- 33 - 1240 n. m. De voorwaartsche beweging wordt door de aan vallende intanterie hervat. Op pl.m. 600 M. van de verdedigende stelling gekomen krijgt de voorste linie opnieuw artillerievuur uit 3 vuurmonden2 bij j. 1 bij l. Nagenoeg gelijktijdig opent de roode artillerie weder het vuur, met 5 vuurmonden op de sectie bij met 2 op het ééne stuk bij l. De middensectie in de Duinen krijgt snelvuur met G. K. T. van de indirict rich tende artillerie van den verdediger. Om 1245 zwijgt de ver dedigende artillerie. Dij de roode partij heeft de aanvallende infanterie opnieuw verliezen geleden, en is de voorwaartsche beweging weder tot staan gekomen. De tirailleurlinie is tot op pl.m 500 M. ge naderd. Het ondersteunen door vuur van de 1ste batterij kan, bij verder voorwaarts gaan, gevaarlijk worden voor de eigen troepen. Toch kunnen deze den steun der artillerie niet ontberen. Een deel der aanvallende artillerie moet daarom opnieuw vooruit, teneinde zoo lang mogelijk den aanval met vuur te begeleiden. De Art. C. geeft daartoe aan de 1ste sectie der 1ste B'i. op hoogte 13, bevel in stelling te komen bij Rustoord ten 1V. van den straatweg, en den Z. vleugel der stelling onder vuur te nemen. De S. C. gaat zelf in galop naar de aange wezen plaats, verkent vluchtig de stelling terwijl de sectie ge dekt oplegt, en geeft daarna order dat de stukken elk afzonderlijk in galop den W. rand van Rustoord zullen trachten te bereiken. Daar gekomen worden de stukken afgelegd en met handen tot om den hoek van den boomgaard gebracht (bij ri), vanwaar zij, achter een heg, het vuur onmiddellijk openen tegen den Z. W. rand van het Konijnenbosch. Bij de blauwe partij is de laatste compagnie in de stelling gebracht, om 124i is bij de sectie bij j. een der stukken ge troffen door een voltreffer op de as, de vuurmond is gedemon teerd, de bediening vernietigd. Het ééne stuk bij heeft eenige verliezen geleden. Om 1250 komt bij den Ct. der blauwe partij de oidei Bijl. 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 355