25 De commissie achtte de disselboomvrijheid in neerwaartsche richting te gering en stelde als eisch, dat deze eveneens Hr 300 zou bedragen. De asvrijheid. Deze bedraagt: bij 7 c.M. L/28 Y. S. 22°, bij 7 c.M. L/28 K. T. 390 en bij den caisson 22°. Als eisch wordt door Kaiser (Construction der Kriegsfuhrwerke blz. 109) gesteld, dat hindernissen van 2/3 van de straal van het rad gemakkelijk overwonnen moeten kunnen worden, met dien verstande, dat een voorwagenrad en een tegenovergesteld rad van den achterwagen (affuit) tegelijk over een hoogte of diepte van 2/3 van de straal van het rad (2/3 radstraal 0.42 M.) kunnen komen, terwijl de 4 raden van het voertuig op den grond blijven. Dit komt overeen met eene asvrijheid van ruim 39°. Bij 7 c.M. L/28 K. T. wordt hieraan juist voldaan, bij 7 c.M. L/28 Y. S. en bij den caisson niet. Bij 7 c.M. L/28 V. S. en bij den caisson kunnen de hindernissen instede van 0.42 M. (2/3 radstraal) slechts 0.24 M. hoog zijn, zonder nadeel voor het samenstel (verbuigen van den affuithaak en van de beugelkast voor den affuithaak). Breedte van de wegen, waarop gewend kan worden. Het buiten de raden uitsteken van den vuurmond buiten beschouwing latende, is de breedte van de wegen, waarop met eene bespanning of alleen met een A. span gewend kan worden bij 7 c.M. L/28 Y. S. 6.— M., bij 7 c.M. L/28 K. T. 6.25 M. en bij den caisson. 5.75 M. Bij deze wending schuurt het binnenrad tegen de zijwang van de affuit. Op kampongwegen met paggers aan weerszijden moet rekening gehouden worden met de omstandigheid, dat de vuurmond 62.5 c.M. buiten de raden uitsteekt bij 7 c.M. L/28 K. T. en 82.5 c.M. bij 7 c.M. L/28 Y. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 37