44 7es heft, biz. 555" de druk op den grond bedraagt bij een ge wicht van 950 K.G-: 2e de breedte van de velgen en van den radband zal in over eenstemming zijn met de belasting op de achteras. De aan de affuit gebruikte raden hebben te smallen radband zij snijden te diep in den grond 3e het werken aan de raden was hoogst bezwaarlijk door de aanwezigheid van het frontschild, dat zoodanigen vorm heeft, dat de manschappen zich herhaaldelijk daaraan de handen verwondden. Zooals uit het overzicht dezer proeven blijkt, had het verplaat sen met handen dikwijls plaats over grootere afstanden, in verband met de helling dan voor het gedekt in stelling komen noodig geweest zou zijndit geschiedde om de verschillen des te meer te doen uitkomen. Bij de waardeering der verkregen uit komsten moet dan nog in rekening gebracht worden, dat de vermoeidheid der manschappen bij langeren tijdsduur oneven redig snel toeneemt, zoodat de verhouding der cijfers bij het verplaatsen over kleinere afstanden gunstiger wordt voor het zware materieel. Nog' gunstiger zou die verhouding geworden zijn, indien de nadeelen, hiervoren onder 2e vermeld, veronzijdigd hadden kun nen worden. Als regel verwerken 12 man het verzwaarde stuk met schild (950 K.G.) in gelijken tijd als 8 man het niet verzwaarde K. T. stuk zonder schild (722 K.G.). Geven de proeven al geen volstrekte uitkomsten, zoo hebben deze toch de overtuiging geschonken, dat een schietgestel en een caissonachterwagen van 950 K.G., wat de beweegbaarheid met handen betreft, voor invoering in aanmerking komt, tevens echter dat per sectie (2 kanonnen en 2 caissons) minstens be schikt zou moeten worden over 2 St. Ctn. en 16 manschappen, daar met 12 man de grens van beweegbaarheid zoo na bereikt bij Ehrhardt Schneider-Canet Krupp C/1901. 65 52J K.G. 60 Gevolgtrekkingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 56