51
II. Opmerkingen betreffende liet materieel.
De affuiten waren voorzien van marsch- en van schietaspan
nen, omdat aangenomen werd, dat het veivoei met de as in den
voor het schieten voordeeligsten stand bezwaren zou opleveren
als gevolg van den dan optredenden grooteien diuk van het
lamoen in de draagringen van het trekdier. De druk van het
lamoen bedraagt bij het vervoer met de as in de marschaspan-
nen 22 K G. en in de schietaspannen 38.50 K.G., terwijl deze
bij het 7 c.M. K. A. materieel 35 K. G. bedraagt.
Al spoedig bleek, dat het vervoer van het kanon in de
marschaspannen de volgende nadeelen opleverde. Het midden
-der tappen komt nu 0.90 M. boven den grond tegen 0.66 M.
bij het vervoer in de vuuraspannen (dezelfde hoogte als bij het
tegenwoordige 7 c.M. K. A. materieel). Deze hoogere ligging
van het kanon heeft uit den aard der zaak ten gevolge, dat het
stuk bij het marcheeren in geaccidenteerd terrein spoediger om
slaat en eischt dit dus reeds eene meerdere inspanning van de
bediening, om het stuk tegen te houden, c.q. telkens weder
overeind te brengen, dit geeft dus ook heihaaldelijk opont
houd, daargelaten nog dat het kanon, dat ver boven de ia
den uitsteekt, (in de vuuraspannen blijft het bovenste gedeelte
van het kanon nog 1 d. M. beneden liet hoogste punt dei
raden) voortdurend aan beschadiging blootstaat, temeei daar het
lamoendier niet onmiddellijk halt houdt, als het stuk om
slaat. Behalve mondkap en kuiasovertrek, welke herhaaldelijk
verwisseld moesten worden, werden bij beide kanonnen de ko
ker en het rondsel voor den opzet beschadigd. Hierbij dient
nog gevoegd, dat het overbrengen van den vuuimond van de
marsch- in de schietaspannen en omgekeerd altijd eenigen tijd
vordert, terwijl de verplaatsbaarheid van de as er toe geleid
heeft, dat bij dit materieel geene achterasschijven konden wor
den aangewend, zoodat de speling der raden op de as, die spoedig
intrad, niet afdoende kon worden verholpen. Ten einde de voor-
en nadeelen te leeren kennen, aan beide wijzen van veivoei
verbonden, besloot de commissie het ééne stuk steeds in de
marschaspannen, het andere in de vuuraspannen te veivoei en.
Deze vergelijkende proef wees beslist uit, dat het meeideie