52
gewicht van 16 K.G. in de draagringen van geen merkbaar
nadeeligen invloed was en dat daarentegen het vervoer in de
schietaspannen overigens ver in het voordeel was.
De proefmodellamoenen (waarvan de boomen uit 2 scharnierend
aan elkander verbonden helften bestaat) voldeden nietelf maal
brak een dergelijk lamoen tegen één maal een lamoen tot 7
c.M. K.A. bovendien weegt dit lamoen 5 K.G. zwaarder.
Daar de lamoenberrie tot 7 c.M. K. A. door uitdraaiing van
den koker geschikt kon gemaakt worden voor de opname van
den draaibout tot 7 c.M. L/14, besloot de commissie, nadat vol
doende gegevens daarvoor aanwezig waren, de proefmodella
moenen verder niet meer in gebruik te nemen en deze te ver
vangen door de gewijzigde lamoenen tot 7 c.M. K. A.
III. Uitkomsten.
Behoudens de hiervoren vermelde meest belangrijke opmer
kingen en nog verscheidene minder invloedrijke, sprak de com
missie als haar oordeel uit ten aanzien van
a. Het getrokken vervoer.
Het proefgeschut is in gelijke mate beweegbaar als het 7
c.M. K. A. materieel. Alleen zou voor het vervoer in week
terrein een meerdere radbandbreedte gewenscht zijn. Voor zoo
ver daarover reeds een oordeel kon worden uitgesproken, is het-
veerspoormaterieel voldoende bestand tegen de schokken, waar
aan het bij het vervoer blootgesteld is.
b. Het gedragen vervoer.
Nadat het proefpaardetuig zoodanig gewijzigd was, dat het
gedragen vervoer zonder stoornis kon plaats vinden, bleek hetr
dat, voor zoover het gewicht en de plaatsing der lasten betreft,
geen verschil viel aan te wijzen tusschen het gedragen vervoer
van het proefgeschut en dat van 7 c.M. K.A. Het gedragen
vervoer heeft bij het proefgeschut in zooverre gemakkelijker
plaats, dat de lasten, door toepassing van het nieuwe stelsel
van draagbok met draagkussens, ten allen tijde uitstekend blij-