55 zwaarst is belast en het 2e, waarbij juist het omgekeerde het geval is, het minst is belast, is zeer zeker bijzonder gunstig te noemen. Daar verder het belasten van een inheemsch paard met ruim 128. K. Gl. niet kan plaats hebben, terwijl met weglating van het lamoen de last evenredig is aan diens krachten, moet toch eene voorziening plaats hebben voor het vervoer van het lamoen dit nog bij een der muildieren op te laden, is evenmin mogelijk. De commissie meende daarom in verband met het bovenaan- gevoerde als de naar haar oordeel meest gunstige oplossing te moeten voorstellen, om per stuk nog een paard m te deelen, dat voorzien van een draagtuig, belast wordt met het lamoen en die deelen, welke bij de muildieren niet direct noodig zijn. De belasting van dat paard wordt dan: een draagtuig compleetlö'oU lamoen met lossen voor- en achterboom van het le muildier 2e eigen bepakking en die der muildieren 4 X 3 12-~ Totaal 104,70 K.G-. 24.— 17.— 26,74 9,46 c Het met handen bewegen van het stuk. Dit vordert in elk terrein vrij wel gelijke inspanning van de bediening als bij het bestaande materieel; de druk van den staart is 7.50 K. G. meer dan bij het 7 c.M. K. A. materieeldit veisc m is wel merkbaar voor de manschappen, doch van geen nadeeli- gen invloed op de beweegbaarheid. d. Eet op- en afladen. Het op- en afladen van het kanon van 7 c.M. L/14 Y. S. veieischt, ook bij volkomen geoefendheid der bediening, eenigen meerderen tijd bij een gelijk aantal bedieningsmanschappen. Oorzaak hier van is voornamelijk, dat voor het opladen van het voor- en achterstuk respectievelijk 4 en 3 man noodig zijn (bij het kanon van 7 c.M. K. A. respectievelijk 3 en 2 man). Het opladen duurt gemiddeld b min., het afladen niet meer dan i min. langer dan bij het 7 c.M. K. A. materieel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 67