56 - e. Benoodigd aantal bedieningsmanschappen. Evenals voor het kanon van 7 c. M. K. A. achtte de commissie de indeeling van 7 bedieningsmanschappen noodig. Voor ver mindei ing is dit aantal niet vatbaar, daar het noodig is, om in het terrein en bij opgeladen materieel 2 man per stuksmuil- dier en 1 voor de munitiedraagdieren in te deelen, om, waar noodig, het dier te ondersteunen. Daar, zooals boven werd aan gegeven, voor dit op- en afladen eenigen meerderen tijd noodig is, zou ook hierbij vermindering van het aantal bedienings manschappen al dadelijk zeer nadeelig werken. Neemt men verder het geval, dat een 2e M. D. stort, zoodat afgeladen en opnieuw opgeladen moet worden, dan zullen (zie boven) dus 4 man daarbij achter moeten blijven, en dus bij complete bediening nog slechts 3 man voor de overige dieren overblijven. Vei meei dering van het aantal bedieningsmanschappen wordt echter niet noodig geoordeeld. G. Bij- en draagproeven met het berg kanon van 7 c. M. LI 14 op kanonterugloopaffuit. Deze proeven hadden vergelijkend plaats met het veerspoor- berggeschut en het bestaande 7 c. M. K. A. materieel; daarom weid als regel uitgerukt met twee stukken 7 c.M L/14 K T één stuk 7 c. M. L/14 V. S. en één stuk 7 c. M. K. A. Gedurende den proeftijd bleken verscheidene min of meer ingrijpende wijzigingen in materieel en paardetuig noodig of wenschelijk en werden deze, voor zoover zulks plaatselijk mo gelijk was, reeds aangebracht. I. Opmerkingen betreffende het paardetuig. Bij het K. T. materieel werden weder geheel andere draag- bokken uitgezonden als bij het veerspoormaterieel. Voorboom, achterboom en stegen vormen een van plaatijzer vervaardigd onwrikbaar geheel Er zijn vier stegen, waarvan de onderste twee zijwaarts tegen de ribben aanliggen en ongeveer op dezelfde hoogte komen als

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 68