57
de onderkant van de dekens bij het 7 c.M. K. A. materieel; de
stegen zijn ieder voorzien van een afneembaar steegkussen.
Voor- en achterboom zijn voorzien van afneembare stukken,
waarop het materieel komt te rusten; deze losse stukken zijn
voor het kanondier en munitiedraagdier anders dan voor de
overige dieren.
Overigens zijn de bokken onderling geheel gelijk.
Bij het eerste passen van het paardetuig bleek, dat de bene-
denwijdte der draagbokken te gering was, zelfs voor de kleine
inheemsche paarden.
Door het wegnemen van het grootste deel van het opvulsel
uit de steegkussens werd de benedenwijdte der draagbokken
zooveel vermeerderd, dat het mogelijk werd deze op muildieren
met niet al te groote ribbenwelving te brengende onderste
steegkussens sloten daarbij echter vrij vast tegen het dier aan-
Met deze bokken werden bij een hoogst eenvoudigen marsch
9 van de 10 muildieren gedrukt op de plaats der onderste stegen.
De benedenwijdte der bokken werd toen 1 d. M. vergroot,
doch ook daarmede werden vele drukkingen verkregen.
In verband met het bovenstaande en overwegende, dat de
draagbokken, behoorende bij het veerspoormaterieel, bij de vorige
proeven steeds zeer goed hadden voldaan, besloot de commissie
dan ook, om reeds dadelijk tot wijziging van dergelijke niet in
gebruik zijnde draagbokken over te gaan, ten einde ze geschikt
te maken voor het gedragen vervoer van het K. T. materieel.
En hiertoe kwam de commissie des te eerder, omdat zij
zich niet kon vereenigen met de wijze van opladen en beves
tigen der lasten op den draagbok, zooals die door Krupp was
aangegeven.
Voor de beide stukken K. T. werden nu de noodige bokken,
behoorende bij het veerspoormaterieel, gewijzigd, na er eerst
voor zooveel wenschelijk die veranderingen in te hebben aan
gebracht, die bij de vorige rijproeven noodig of nuttig waren
gebleken.
II. Opmerkingen betreffende het materieel.
Bij de Krupp'sche draagwijze van de wieg wordt deze in een