63 betreft-, is, dat in niet doorweekt terrein de beweegbaarheid van het K. T. stuk met en zonder kanon gelijk is aan die der in vergelijking genomen kanonnen, dat in flink dooi weekt tenein deze beweegbaarheid in geringe mate minder is en dat bij het maken van korte wendingen, waarbij het stuk met handen vier kant verzet moet worden zooals dit in kampongs b. v. vooi- komt de meerdere zwaarte merkbaar is, doch van geen in vloed op de beweegbaarheid, daar er voldoende bedieningsman schappen zijn en voor dat omzetten dus door één of twee man meer gewerkt kan worden. Dat in doorweekt terrein het K. T. stuk eenigszins minder beweegbaar is, is vermoedelijk te wijten aan het dieper inzin ken door het meerdere gewicht, maar ook voor een groot deel aan de kleinere raden (middellijn van het rad bij K. T. 80 c. M.bij Y. S. 87 c M. en bij 7 c. M. K. A. 90 c. M.). Wat de stabiliteit betreft is het K. T. stuk merkbaar in het voordeel, als natuurlijk gevolg van de lagere ligging van het zwaartepunt, de kleinere raden en de grootere spoorbreedte. Wordt behalve het kanon ook de wieg nog opgeladen, dan wordt een zeer licht voertuig verkregen (124.5 K.G.). Yooral in zwaar bergterrein, doch met voldoend breede paden, wordt daardoor het voordeel verkregen, dat men de eigenlijke affuit slechts zelden zal behoeven op te laden. b. Gedragen vervoer. I. Verdeeling der lasten. Deze moge blijken uit onderstaand overzicht, waarbij het ge wicht van den mondzak met inhoud niet in aanmerking is genomen. 1'. Muildier. Draagtrektuig (gewijzigd veerspoor.) 24.— KG. Kanon met sluitstuk, kulaso ver trek en mondkap105. L. draagboom (model commissie) 2.50 Transporteeren 131.50 K.G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 75