HOOFDSTUK III.
A. Schietproeven met de Houwitsers van 10.5 c.M.
Dooi de firma Krupp waren schootstafels uitgezonden voor 6
verschillende ladingen met aanvangssnelheden van 250 tot 118
M. Daar het niet in de bedoeling lag andere schootstafels te
berekenen, moesten de ladingen worden bepaald, waarbij de
schootstafelsnelheden werden bereikt.
Daartoe werden met elk der in de schootstafels vermelde
ladingen 4 tot 5 schoten gedaan en daarbij Vq gemeten. De
gevonden snelheden en daarbij behoorende ladingen werden
graphisch uitgezet en in de getrokken kromme lijn de ladingen
afgelezen, welke behoorden bij de schootstafelsnelheden.
De kleinste lading bestaat uit één kardoes, de grondkardoes,.
de daarop volgende lading uit de grondkardoes en één aanvul
lingskardoes, en zoo vervolgens, zoodat de grootste lading uit
de grondkardoes en 5 aanvullingskardoezen bestaat.
De meting van de tophoeken der verspreidingskegels van de
granaatkartetskogels had plaats door het projectiel door een hou
ten schijf tot springen te brengen, het springpunt photografiscb
op te nemen en een treffer beeld op te vangen.
Bij de te voren gedane metingen van de snelheid, die door de
spiinglading aan de granaatkartetskogels wordt medegedeeld
(welke metingen alleen voor de granaatkartets met kop- en ka
merlading plaats hadden), werd voor die snelheid 67 M. gevonden.
Dat in de tophoeken der verschillende granaatkartetssoorten
gioot velschil bestaat, blijkt hieruit, dat bij een eindsnelheid
van 239 M. de tophoek voor de granaatkartets met kop- en kamer
lading 17" 30' en voor de beide andere bijna 48° bedraagt.
Ie. Proeven ter vergelijking van de uitgezonden vuurmonden.
Over de vuurmonden zelf is niets bijzonders te vermelden.
De sluitinrichting en ook de in het sluitstuk opgenomen ont
stekingsinrichting vertoonen dezelfde goede eigenschappen, wat
eenvoudige behandeling en steeds verzekerd goede werking betreft,,
als bij het snelvuur veld- en berggeschut. Haperingen bij de be
diening, weigeiingen of nabranders hebben zich niet voorgedaan.