- 70 -
A. Yoordeelen van de kanonterugloopaffnit boven de veer
spooraffuit.
le. Minder onrustige werking bij het schot, waardoor:
a. grootere vuursnelheid
b. mindere vermoeienis der bediening
c. grootere trefkans;
d. de mogelijkheid om de affuit te voorzien van een schild
tot dekking tegen geweer- en granaatkartetsvuur.
2e. Verzekerd goede werking van de reminrichting, zonder dat
v ooi vei schillende terreinomstandigheden eenige regeling noodig is.
3e. De mogelijkheid om het stuk te laden, ook al heeft dit
een vrij groote elevatie (tot 25°).
B. Voordeelen van de veerspooraffuit boven de kanonterug-
loopaffuit.
le. Eenvoudige samenstelling;
2e. minder kwetsbare onderdeelen van de reminrichting
3e. het gemakkelijk scheiden van affuit en vuurmond
4e. de mogelijkheid om de affuit zonder rem te gebruiken
als deze onbekwaam, of als het gebruik niet gewenscht is.
De voordeelen van de kanonterugloopaffuit zijn verre over
wegend boven die van de veerspooraffuit.
De vuursnelheid bedraagt bij voltallige bediening 1):
bij den houtwitser op K. T. 6 schoten per minuut;
bij den houwitser op V. S. iets minder dan 3 schoten per minuut.
Zooals hieruit blijkt, kan van eigenlijk snelvuur bij deze vuur
monden geen sprake zijn; er zijn te veel omstandigheden die
het vuur vertragen, zooals: het gescheiden zijn van de lading,
het gioote gewicht der projectielen, de minder rustige werking
der affuiten, waardoor staartverplaatsen noodig is, en bij den
houtwitser op veerspooraffuit het ontbreken van een stelschroef
voor zijdelingsche verplaatsing en het feit, dat eerst kan wor
den geiicht als de lading is afgeloopen. Snelvuur is hier dan
ook niet meer dan een vuur, waarbij zonder commando verschei"
dene schoten achter elkaar worden afgegeven.
1) Onder voltallige bediening wordt verstaan: 1 onderofficier of korporaal
ais stukscommandant tevens belast met het tempeeren der buizen en bij 10.5
c M. V.S. en bij 10.5 c.M. K.T. 6 manschappen.