78
3e. Bij kleinere invalshoeken worden de trechters langer,
doch minder breed en diep.
Ter beoordeeling van de uitwerking tegen muren, werd met
de brisantgranaat met lading No. 1 geschoten tegen een muur
van riviersteenen, hoog 2.5 M., breed 2 M. en dik 0.3 M. Het
projectiel sprong onmiddellijk achter den muur. Twee dergelijke
muren werden elk door één schot geheel in puin gelegd.
Over de uitwerking van de brisantgranaat zal verder worden
gehandeld bij de vergelijking der verschillende projectielsoorten.
Van de granaatkartetsen werden onderzocht de doorslagkracht
der kogeltjes, de uitwerking tegen gedekte en ongedekte doelen,
hare geschiktheid om de kartets te vervangen, en verder de
tophoek van den verspreidingskegel (zie voren), de afwijking van
de as van dien kegel ten opzichte van de baan, gunstigste inter
val en gunstigste springhoogte.
Aangezien geen kartetsen waren uitgezonden en de granaat
en brisantgranaat voor het afslaan van een stormaanval niet ge
schikt zijn, niet alleen omdat het springpunt op de zeer korte
afstanden niet nauwkeurig genoeg kan worden geregeld, maar
ook omdat de scherven der springende projectielen terugkomen
en de dieptewerking te gering is, moest worden onderzocht of
de granaatkartets geschikt is om daarmede op zeer korte afstan
den te vuren.
In de bij de uitgezonden vuurmonden gevoegde nota was ver
meld, dat, bij tempeering op een even voorbij het nulpunt op de
tijdbuis aangebrachte streep, de granaatkartets springt op 100
tot 150 M. vóór den vuurmond. Daarom werd met die tempee-
ring een serie van 12 schoten gedaan.
Ook met andere kleine tempeeringen werden eenige schoten
gedaan, en werd daarvan tevens gebruik gemaakt om een oor
deel te verkrijgen over de uitwerking van de brisantgranaat op
een ongedekt doel bij klein interval.
Bij alle schoten, ook bij de grootere intervallen, was de door
slagkracht der granaatkartetskogels voldoende om mensohen en
paarden buiten gevecht te stellen.
Voorts blijkt uit de verkregen uitkomsten:
le. de groote regelmatigheid in de aanvuring en het doorslaan
der buizen en de regelmatige brandtijd bij kleine tempeeringen.