84
Uit geschoten seriën met deze projectielen werd opgemaakt,
dat de banen van gewone granaat en brisautgranaat op een
afstand van ongeveer 2700 M. onderling te veel verschillen, dan
dat eerstgenoemd projectiel voor het inschieten zou kunnen
worden gebruikt, terwijl de banen van brisantgranaat en granaat
kartets beter overeenstemmen.
B. Rijproeven met de Houwitsers van 10.5 c.M.
Deze rijproeven hadden tegelijkertijd plaats met het laatste
gedeelte van die, welke vergelijkend werden gehouden met de
kanonnen van 7 c.M. L/28 Y.S. en K.T.
Dezelfde punten werden bij deze proeven nagezien.
Punt I. Invloed van het gewicht en de stabiliteit van het geheel
uitgeruste stuk met en ZGnder opgezeten manschappen bij het vervoer
met de bij de veldartillerie in gebruik zijnde inheemsche paarden
In het met de firma Krupp gesloten contract betreffende het
10.5 c.M. Veldhouwitser materieel werd de bepaling opgenomen,
dat het gewicht van het volledig uitgeruste stuk en den volle
dig uitgerusten caisson ongeveer 1140 K.G. moest bedragen
en dat de constructie zooveel doenlijk overeen moest komen met
het proef-veld materieel.
Daar dit laatste zoo streng als mogelijk doorgevoerd is, de
gewichten van de complete uitgeruste vierradige voertuigen (voor
alle 1157 K.G.) beneden die van het reeds beproefde materieel
van 7 c.M. L/28 blijven, bovendien de gewichten van voor-en
achterstel niet veel uiteenloopen bij de thans beproefde stelsels,
zoo kan geheel verwezen worden naar hetgeen hieromtrent hier-
voren bij de „rijproeven met het veldmaterieel" gezegd is.
Wat de stabiliteit betreft, deze is zoowel bij den V S. als bij
den K.T. houwitser zeer groot.
Men kan aan den caisson een zijwaartsche helling geven van
38°, aan den K.T. Hw. van 42° en aan den V.S. Hw. van 46°. voor
er kans van omkantelen bestaat, zoodat in ronde getallen met beide
rechter- of linkerraden tegelijk of afzonderlijk over hindernissen
respectievelijk van 85 c.M., 1 M. en 1.10 M. hoogte of diepte kan
gei eden worden, voordat de voertuigen kans hebben om te slaan.