85 Punt II. Draaiboek, buigingshoek en asvrijheid. Breedte van de wegenwaarop gewend kan worden. De grootte van den draaihoek bedraagt, voornamelijk door de meerdere breedte van het affuitlijf op de plaats waar de raden van het voorstel dit bij de kortste wending raken, iets minder dan bij het veldmaterieel, n. 1. bij den Hw. V.S. 72° 30' en K.T69° 30' tegen 7 c.M." L/28 Y.S. 75° en 7 K.T. 80° 30' De caisson van den Hw. heeft denzelfden draaihoek als die van het veldmaterieel, n. 1. 77°. Deze draaihoeken van het Hw. materieel voldoen aan ce hoogste eischen die men aan dit materieel, in verband met de geringe spoorbreedte (dezelfde als bij het proef-veldmateneel, n. 1. 125 c.M.), stellen kan. Buigingshoek of disselboomvrijheid. Deze bedraagt 30° en 12°. De opslaghoek is dus, evenals bij het veldmaterieel, voldoende en de neerslaghoek te klein (zie het terzake aangeteekende bij het veldmaterieel). De asvrijheid bedraagt bij het Hw. materieel ongeveer 45», zoodat het ruim aan den eisch voldoet, dat hindernissen ovei- wonnen kunnen worden (hoogten of diepten) van 2/3 van den straal van het rad, met dien verstande, dat een voorwagenrad en een tegenovergesteld affuit- of caissonachterwagenrad tegelijk over eene hoogte of diepte van 2/8X0.68 M. 0.42 M. getrok ken worden (zulks gebeurt reeds bij 39 16 Breedte van de wegen, waarop gewend kan worden. Het buiten de raden uitsteken van den vuurmond buiten beschouwing latende, is de breedte van de wegen, waarop met eene bespanning of alleen met een achterspan kan gewend woiden. s

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 97