I). UIÏT It E iv S E L. uit het Verslag: omtrent den Geneeskundigen Dienst bij de Expeditie naar Zn id-Celebes. Voorbereiding. De expeditie bestond uit 21/2 Bataljon Infanterie, 1 Compagnie maréchaussée, 1 Eskadron Cavalerie, 1 detachement Genietroepen, 1 Batterij (2 sectiën) Artillerie en 2 Treincompagnieën, Inten dance benevens 600 dwangarbeiders en 200 vrije koelies. Bij die troepenmacht werden ingedeeld: le. één Chefarts expeditie; 2e. 3 Geneeskundige Sectiën voor de Infanterie bestaande uit 3 Staven en 11 Verbandgroepen 3e. 1 Geneeskundige Sectie (bestaande uit 1 Staf en 3 verbandgroepen) voor de hulpwapens en trein; 4e. 1 Veldhospitaal en Veldapotheek 5e. 1 Militair Paardenarts. Bovendien werd een der Officieren van Gezondheid te Soerabaja met het noodige hospitaalpersoneel beschikbaar ge houden voor het ziekentransport van Boni. Oorspronkelijk werd als Chefarts aangewezen de Dirigeerend Officier van Gezondheid 2de klasse J. B. van Deventer, die even wel later werd vervangen door den Dirigeerend Officier van Gezondheid 1ste klasse J. Bijker. Als Chefs der Geneeskundige Sectiën voor de Infanterie, de Officier van Gezondheid 1ste klasse Dr. J. J. C. A. Rombach, de Officier van Gezondheid 2de klasse C. K. Göllner en de Officier van Gezondheid 1ste klasse D. S. de Jong. Als Chef der Geneeskundige Sectie voor de hulpwapens en trein de Officier van Gezondheid 2de klasse J. C. Baggelaar. Voor het veldhospitaal de Officier van Gezondheid 2de klasse A. H. de Chaufepié en Dr. J. S. P. Moltzer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 101