104
sprake, wel werden er veel glaasjes met buikdrank uitgedeeld,
wel meldden zich vele militairen met voetwondjes maar van
eene geregelde behandeling was geen sprake.
De troepen werden gedeeltelijk aan het strand, gedeeltelijk-
op de heuvels in de nabijheid daarvan gelegerd en trachtten
zich nog voor de duisternis eenigszins in te dekken. Dit gelukte
slechts zeer onvoldoende zoodat ook dien nacht de troep sterk te
lijden had door de regens.
Den volgenden morgen meldden zich vele militairen met buik
ziekte, koorts en voetwondjes, vooral bij de Europeanen van
het L.H. 15de Bataljon, afkomstig van Banjoe-Biroe, kwamen
vele recidieven van febris intermittens voor. De Chefarts ging
evenwel nog niet tot evacuatie over, omdat hij overtuigd was, dat
een paar dagen rust en geregelde geneeskundige behandeling de
troep weer in alle opzichten voor zijn taak berekend zou maken.
"Van den beginne af heeft de Chefarts zich aan den stelregel
gehouden en later ook de andere Officieren van Gezondheid
zooveel mogelijk doen opvolgen, alleen die zieke militairen en
dwangarbeiders te evacueeren, van wie in den eersten tijd geene
diensten zijn te verwachten of voor wie klimaatsverandering
tot herstel der gezondheid noodzakelijk is. Eene uitzondering
daarop maakten de lijders aan besmettelijke ziekten (dysenterie,
typhus abdominalis etc.). Deze werden steeds zoo spoedig
mogelijk geëvacueerd ten einde uitbreiding van deze ziekten
onder de daarvoor te velde meer dan elders vatbare manschappen
en dwangarbeiders te voorkomen.
Slechts één Europ. fuselier met dysenterie viel in de termen
geëvacueerd te worden, terwijl van de op de schepen achterge
bleven zieken 13 militairen, waarvan 6 met venerische ziekten,
voor evacuatie naar Makassar in aanmerking kwamen. Bovendien
maakten nog 4 militairen, die over een paar dagen wel weer
hersteld zouden zijn, een zeereis derwaarts.
Het achtergelaten kookgereedschap, de veldzakken en het
achtergebleven gedeelte van de uitrusting van de Geneeskundige
Sectiën werden aan wal gebracht. Ook een groot gedeelte van
het personeel en de dwangarbeiders van het veldhospitaal kwamen
op last van den Chefarts aan land, om bij de geneeskundige
behandeling hulp te bieden en bivakwerkzaamheden te verrichten.