110
Daar Badjowé bij een vorige expeditie een ongunstige repu
tatie, wat haar gezondheidstoestand betreft, had nagelaten, werd
in overweging gegeven de bivakken aan het strand zoo spoedig
mogelijk door de hoofdmacht te doen verlaten. Een verkenning
van de kampongs Lona en Tjiloeroe als bivakplaats leverde geen
gunstig resultaat op. Intusschen was het personeel van het
veldhospitaal aan wal gekomen en had een der huizen betrok
ken in Badjowe. De oprichting van het veldhospitaal werd
evenwel uitgesteld tot aankomst der hoofdmacht in Watampone.
De toestand der gewonden, die, op één onvervoerbare na,
naar het S. S. „van Diemen" waren overgebracht, werd door een
der oudere Officieren van Gezondheid nagegaan, ten einde te
beslissen, welke zieken naar hunne korpsen konden terugkeeren
en welke naar Soerabaja moesten worden geëvacueerd.
Tevens werd aan dien Officier van Gezondheid toestemming
gegeven om militairen, die tijdelijk ongeschikt waren om dienst
te doen, tot herstel van gezondheid een zeereis naar Soerabaja
en terug te laten maken.
Den SOsten Juli werd met een colonne sterk 2 pelotons
Cavalerie, de maréchaussée-compagnie, de Genietroepen en 2
Bataljons Infanterie naar Watampone opgerukt.
De vivres zouden na debarkement van de treinpaarden wor
den nagezonden en daarmede meekomen een Officier van Gezond
heid met de Geneeskundige Sectie van hulpwapens en trein.
De Officier van Gezondheid bij de maréchaussée-compagnie
zou tevens zorg dragen voor de eventueele gewonden bij de
Cavaleriede gewonden bij de Artillerie en Genietroepen
zouden voor rekening komen van den Chefarts, die tot dat
doel één sergeant-ziekenopzichter en een Inlandsch soldaat-
ziekenverpleger van het veldhospitaal meenam en een tasch
voor Officieren van Gezondheid van den transportdokter in
bruikleen ontving.
Ook bij latere tochten heeft de Chefarts dat personeel en
materieel telkens meegenomen om eventueele gewonden bij den
Staf der expeditionnaire troepenmacht onmiddelijk heelkundige
hulp te verzekeren.
Bij het doorzoeken van enkele huizen te Watampone, waar
overigens geen tegenstand werd ondervonden, werd een Euro-