114
tocht had deelgenomen, deden zich een 20-tal gevallen van diaar-
hoe met braken voor. Als vermoedelijk oorzaaic daarvoor werd
door den Chefarts aangenomen, dat deze militairen, die de twee
vorige dagen weinig of geen voedsel hadden' genuttigd, zich den
avond te voren als 't ware hadden overeten. Verder zal het eten
van onrijpe vruchten en het slapen onder den blooten hemel ook
wel gedeeltelijk tot het ontstaan van die ziekte hebben bijgedragen-
Den volgenden dag waren al die militairen evenwel weer zoo
goed als geheel hersteld; slechts één fuselier was zoo zwak, dat
hij per tan doe moest worden vervoerd.
Bij eene inspectie over de treinpaarden werden vele druk
kingen geconstateerd.
De behandeling van de zieke paarden was na het vertrek van
den militairen paardenarts opgedragen geworden aan den kor
poraal veterinair onder toezicht van een officier der Cavalerie
en van den Chefarts.
Den 6den Augustus werd de terugmarsch naar Watampone
aanvaard. In den tusschentijd was er nog geen gelegenheid
geweest de talrijke kisten met genees- en verbandmiddelen van
Badjowe naar Watampone op te voeren, zoodat de militaire
Apotheker zich nog in het strandbivak bevond.
Met het oog op den waarschijnlijk korten duur van het
verblijf te Watampone werd vastgesteld, dat de militaire
Apotheker zich te Badjowe zou inrichten, terwijl de noodige
genees- en verbandmiddelen van daar zouden worden afgehaald.
Met behulp van het personeel en de dwangarbeiders van het
veldhospitaal was het terrein onder het huis bewoonbaar ge
maakt voor de dwangarbeiders, en een gedeelte afgesloten voor
apotheek, operatie- en onderzoekkamer. Berglaats en kasten voor
de genees- en verbandmiddelen en instrumenten waren geïmpro
viseerd en de vertrekken beneden het huis gemeubileerd met
hier en daar in de naburige huizen gevonden stoelen, kasten
en tafels. Als verbandtafel werd gebruikt één van de te Soe-
rabaja op de „Bromo" geladen operatietafels. Wegens het
betrekkelijk groot aantal zieken (alle compagnieën van de geheele
troepenmacht hadden hunne zieke en minder valiede militai
ren en dwangarbeiders achtergelaten) en de omstandigheid, dat
ook de gewonde Bonieren naar Watampone waren opgezonden,