123
over eenige dagen na aankomst van het stoomschip „van
Diemen" naar Loewoe te vertrekken om aldaar voor langen
tijd te blijven, zoodat een veldziekenzaal te Paloppo zou moe
ten worden opgericht, en het bekend was, dat de uitrusting van
de Geneeskundige Sectie van dat halve Bataljon, wat betreft de
artikelen afkomstig van de Militaire Administratie, van den
beginne af niet volledig was geweest, werden ten behoeve van
die sectio uit de uitrusting van het veldhospitaal aan boord van
de „Bromo" nog eenige wollen dekens, eenige handdoeken,
kabaja's, sarongs, stroozakken enz. aangevraagd.
Daar de Commandant der maréchaussee-compagnie er van den
beginne af geen prijs op stelde met de volledige uitrusting van
een Geneeskundige Sectie te ageeren, werd bij die compagnie,
die, versterkt door een Inlandsche compagnie, 1 peloton Cava
lerie en een treincompagnie, den Radja van Boni zou achtervol
gen, een Officier van Gezondheid ingedeeld met opdracht, alleen
de bij die compagnieën behoorende verbandgroepen, een medi-
cijntasch en de noodige reserve genees- en verbandmiddelen
mede te voeren. Het materieel van de Geneeskundige Sectie
van het 19de Bataljon te Watampone achtergebleven zijnde,
bleven voor de troepen te Pampanoea dus slechts 2 uitrustingen
over, waarvan de Chefarts geen meer meende te mogen afstaan
met het oog op de ophanden zijnde krijgsoperatiën tegen Sop-
peng.
Een colonne zou van uit Watampone naar Lemoeroe opruk
ken. Ook hierbij werd een Officier van Gezondheid ingedeeld.
Den Sen September vertrok de colonne, vergezeld van den
Chefarts, van Pampanoea langs de Tjenranarivier naar dereede
en scheepte zich den volgenden morgen op de „van Diemen"
in. Aan boord van genoemd stoomschip, dat 14 geëvacueerde
zieken afkomstig van Watampone herbergde, kwam de Chefarts
na onderzoek tot de overtuiging, dat er meerdere zieken waren,
die niet voor evacuatie in aanmerking hadden behooren gebracht
te worden.
Ten einde plaatsruimte te krijgen op dat stoomschip, waarop
450 man kunnen worden vervoerd en waarmede i. c- 470 man
zouden moeten worden overgebacht, werden alle stroo- en bult
zakken voor de zieken voorloopig ingenomen en slechts aan één