171
Yoor de telefoonlijnen werd gebruik gemaakt van gegalvani
seerd ijzer draad van 2 K M., bevestigd aan dubbelklokvormige
isolatoren, welke middels ijzeren isolatordragers en hangers aan
de ophangpunten werden bevestigd. De afstand der ophang-
punten bedroeg 65 a 70 M.
Yoor de ondersteuningspunten werden voor zooveel mogelijk
boomen gekozen; de overigen waren wildhouten palen of ka-
pokboomen.
Voor overgang van de 120 M- breede Tjenranarivier werd
in de lijn Pampanoea-Palima gebruik gemaakt van rivier kabel.
De kabel werd sterk aangetast door het brakke rivierwater,
zoodat hij veel vernieuwing eischte.
In gebruik zijn telefoontoestellen voor groote afstanden voor
lijnonderzoek werden gebezigd veldtelefonen.
De bediening van de stations geschiedde door Europeesche
fuseliers bijgestaan door een ordonnans.
Herstellingen aan lijnen en materieel werden verricht dooi
de genietroepen (telegrafisten).
Behalve deze telefoonverbindingen werd ook eene telegrafische
gemeenschap tot stand gebracht tusschen Makasser en Pare Pare
over MarosPangkadjeneSegiri, Tanette en Lampoko.
c. Deelneming aan marschen en gevechten.
I. Landing bij Oedjoeng Patiroop 20 Juli 1905.
Bij de landing werd een sectie ingedeeld bij het le, de
andere bij het 3e echelon.
Na de landing ontving de Chef der expeditionnaire Genie
opdracht een kreek te verkennen, welke achter de heuvels nabij
Patiro werd waargenomen. De kreek bleek 40 M. breed tezijn
en ook bij eb ondoorwaadbaar; het werd echter mogelijk geacht
met behulp van sampans een overgang over de kreek te maken.
Een tweede overgangspunt, verkend door den kapitein-adju
dant Hirschmannwerd eveneens in oogenschouw genomen.
Hier werd de 3e sectie genietroepen aangetroffen, welke
sectie in opdracht had benoorden de noordelijkste heuvels
een brug over de kreek te slaan. Dit punt bleek niet geschikt
te zijn, zoodat de detachementscommandant met een deel der
3e sectie terugkeerde naar het eerst verkende punt om de