173
moest worden. Yoor overgang van de kreek werd daarop een
vlot gemaakt.
Den volgenden dag, 22 Juli werd naar het strand terugge-
marcheerd en werden in afwachting van de transportschepen
eenige vluchtige bivaks ingericht.
De wederinscheping der troepen had den 26sten Juli plaats.
2. Landing bij Bena (Badjowe).
Bij elke compagnie van het le echoion werden ingedeeld 1
Europeesche gegradueerde der genietroepen en 2 geniesoldaten.
Behalve van het gereedschap, was ieder man voorzien van
drie rolletjes springgelatine.
De rest van het detachement genietroepen debarkeerde met
het 2e echelon.
Na de landing bleef een halve sectie op het landingspunt om
hulp te verleenen bij het oprichten van een bivak. De overigen
rukten mede op naar Badjowe en waren verder behulpzaam bij
het maken van bivaks.
Den 30sten Juli nam de 3e sectie deel aan den aanval op
Watampone. Yoor de genietroepen viel hierbij echter niets
bijzonders te verrichten.
Den 2den Augustus rukten beide secties uit met eene colonne
voor een vijfdaagschen tocht in het binnenland. De bij de voor
hoede ingedeelde sectie voerde alleen mede kist No. 1, een kist
tot springgelatine en voorslagpatronen, een pak touw, een pak
ijzerdraad en twee kreedekken. De manschappen waren boven
dien voorzien van handmijntjes. De rest der reserveuitrusting
volgde met de andere sectie, uitgezonderd de rollen gewapend
draad, welke bij den bagagetrein werden medegevoerd.
Gedurende den eersten dag beperkten de werkzaamheden van
de Genietroepen zich tot het waar noodig verbeteren van den
marschweg en het maken van afdaken voor het bivak.
Den volgenden dag werd door de 3e sectie de weg door het
ravijn van Oesa geschikt gemaakt voor den trein, waartoe boom
stammen en groote steenen moesten worden opgeruimd. Het
werk werd vertraagd door den aard van den bodem, welke
bestond uit een harde steenmassa met scherpe punten en vele
gaten.