Bijlagen: Twee
UITTREKSEL UIT HET ALGEMEEN RAPPORT EN HET
DAGBOEK VAN DE EXPEDITIONNAIRE
ARTILLERIE OP BALI.
I. Samenstelling.
De expeditionnaire artillerie bestond uit:
a. den staf.
b. een batterij van 4 kanonnen van 3,7 cM. snelvuur.
c. een batterij van 4 houwitsers van 12 cM. A.
d. een artilleriepark.
e. geweermakerspersoneel.
Personeel.
a. Het commando over het geheel was opgedragen aan den
kapitein der artillerie E. van Thiel.
b. De snelvuurbatterij van 3,7 cM. werd gecommandeerd dooi
den lsten luitenant A.F.A. Hoog, aan wien de 2de luitenant
M. Boerstra als sectiecommandant was toegevoegd.
Het personeel, afkomstig van de bergartillerie en voor een
groot deel bestaande uit manschappen, die met dezelfde batterij
de Boni-expeditie hadden meegemaakt, was voor den aanvang
der expeditie geruimen tijd met bet materieel geoefend (marsch-
gevechts- en schietoefeningen).
Als dragers waren ingedeeld dwangarbeiders van Atjehschen
landaard.
c. De houwitserbatterijonder de bevelen van den lsten lui
tenant H.G. van Viersen, bestond uit personeel van de vesting
artillerie; een pionierafdeeling, gecommandeerd door den lsten
luitenant E. van Driest, eveneens samengesteld uit personeel
der vesting-artillerie, was bij die batterij ingedeeld.
cl en e. Voor de samenstelling van het personeel wordt
overigens verwezen naar bijlage 1.
Bijl. 1908 1-