8
25 Augustus 1 September. Gedurende dit tijdvak werden 2
pelotons toegevoegd aan een colonne infanterie, artillerie en
trein voor een excursie in Wadjo, alwaar geen tegenstand werd
ondervonden.
Bivaks in Lagoesi, Padaalo Sinkang en Tandjong.
De te Pampanoea achtergebleven pelotons werden beurtelings
voor verkenningen gebezigd.
In het Wadjosche kon twee dagen eenige djagoeng en één
dag eenige padie worden verstrekt, overigens werd uitsluitend
gevoerd jonge padie en eenig gras.
2 September 23 September. Yan 6 September- 19 September
was één peloton toegevoegd aan één compagnie maréchaussée
en één compagnie infanterie ter opsporing van den vorst van
Boni in de Pitoempanoealanden.
Alleen den 9en September had deze colonne aanraking met
een 30 man sterke bende van den vorst. Gedurende het
grassnijden door de cavaleristen werden deze beschoten, waarop
een afdeeling maréchaussée uitrukte en 6 vijanden neerlegde.
Bivaks werden betrokken te Pariga, Gilirang, .Kali Benoewe,
Awok, Laoewak en Kalikera.
Yan 14 September 23 September dienden aanvankelijk twee
pelotons cavalerie (een peloton keerde .18 September naar Pam
panoea terug) met één compagnie infanterie tot eskorte van
den bevelhebber en staf alsmede van den Gouverneur van Ce
lebes en Onderhoorigheden naar Singkang alwaar vergadering-
met de hoofden werd gehouden. Yan hier ging dit.eskorte den
18en over Liworang en Batoe2 naar Masepe en daarna naar
Liwoe waar het zich vereenigde met een tweede peloton cava
lerie, 1 peloton infanterie en trein van Pampanoea.
De pelotons van Pampanoea werden gedurende dit tijdvak
gebezigd voor verkenningen en eskorte.
Den 22en September vertrokken twee pelotons cavalerie onder
commando van den len Luitenant J. J. de Wit naar Watampone
en werden den 24en d. a. v. te Badjowe ingescheept naar Java.
Gedurende den 14-daagschen tocht ter achtervolging van
den vorst werden de paarden uitsluitend gevoerd met groene
padie, terwijl twee dagen niets dan alang2 kon worden
gevoerd.