7
witserbatterij ingedeeld, die voorzien waren van 42 handgranaten,
welke met 8 stuks in stalen bussen gedragen werden.
In marschcolonne werd het harde, gemakkelijk begaanbare
strand gevolgd tot aan de monding van de Toekad Ajoeng,
waarna in breed front (het 18e bataljon, waarbij de snelvuur
batterij werd ingedeeld, op den rechter- en het 11e Bataljon
op den linkervleugel) in N. O. richting tegen den O.-rand van
kampong Kesiman werd opgerukt. Het zeer doorsneden terrein
met zijn terrasvormig aangelegde tuinen (waarbij onderlinge
hoogteverschillen van 1 tot 2 M. tusschen de loodrecht ingesneden
terrassen) bemoeilijkte den opmarsch in niet geringe mate; door
de snelvuur batterij werd echter geen vertraging teweeggebracht.
Op ongeveer 1500 M. van den O.-rand van Kesiman gekomen,
werd de last ontvangen in voorste linie tusschen de in ge
vechtsformatie langzaam voorwaarts gaande bataljons, op te
rukken, waartoe de batterij de batailleformatie aannam.
Ie Stelling.
Toen de troepenmacht ongeveer bij het ravijn, waardoor de
Toekad Ajoeng stroomt, was gekomen, kreeg de batterij op
dracht den opmarsch tegen kampong Kesiman door vuur vooi
te bereiden. Daartoe werd tegen 9 uur 30 minuten achter
een galangan aan den O.-rand van bovenbedoeld ravijn op
1000 M. van die kampong stelling genomen en het vuur
geopend.
Na 14 schoten afgegeven te hebben op groepen gewapenden,
die zich O. van den kampongrand ophielden, werd dit vuur
gestaakt en in voorste linie de voorwaartsche beweging van de
infanterie gevolgd.
Ging het afdalen in het breede en diep ingesneden ravijn be
trekkelijk nog vlug, het beklimmen van den tegenover gestelden
wand vorderde geruimen tijd; de terrassen met hun loodrechte
kanten lagen op verschillende punten zoo hoog boven elkandei,
dat de fuseliers elkaar op die plaatsen aan de geweren optrokken.
De groote mobiliteit van de snelvuurbatterij kwam hier dui
delijk aan het licht; waar toch de bergartillerie ernstige moei
lijkheden zoude ondervonden hebben en aanzienlijke vertiaging
zou veroorzaakt hebben, gelukte het aan de 3.7 battel ij deze