11
Nadat de bende, die zich op 250 M. voor de batterij
bevond, grootendeels neergelegd was en voor de rest terugtrok,
werd het vuur geopend op dichte drommen, die uit de 600
M. verwijderde Poeri Pametjoetan kwamen, deels op den weg
stand hielden en deels langzaam voorwaarts trokken.
Na een goed gevoed vuur van 101 schoten waren nagenoeg
alle vijanden, waaronder de vorst van Pametjoetan, gesneuveld
en werd om ongeveer 2 u. n. m. met het 18e Bataljon naai
de Poeri Pametjoetan opgerukt.
Ten 6 uur 's namiddags 'was de batterij in Den Pasar terug en
betrok een bivak op het plein voor de Poeri.
Evenals in Kesiman was, bij elk der wachten op de 4 naar
de Poeri leidende wegen, een stuk met bediening opgesteld.
Van de handgranaten werd slechts één over een 4 a 5 M.
hoogen muur geworpen of het springende projectiel uitwerking
had, kon niet worden nagegaan.
b. Houwitserbatterij
Van 7—8 u v.m. werden ingevolge de ontvangen bevelen
60 Gr. op Den Pasar verschoten.
Het vuur moest, evenals dat der oorlogschepen, zoo noodig
eerder gestaakt worden, waartoe door een seinbrigade van de
marine het sein zou worden gegeven.
21 tot en met 25 September. Door het personeel der snel
vuurbatterij werden kruitmagazijnen in Den Pasar en in Pame
tjoetan geledigd en werden de niet gesprongen projectielen
(alle afkomstig van het Marinegeschut) begraven.
26 September. Snelvuurbatterij.
Afmarsch naar Bringkit.
De marsch leverde geen moeilijkheden opten 1 u. n. m. kon
een bivak worden betrokken onder door den troep gemaakte
afdaken.
27 September. Ten 7 u. n. m. onder een flinken regen gereed
voor den afmarsch naar Tabanandaar de vorst van Tabanan
zijne onderwerping kwam aanbieden, werd eerst ten 10 u v. m.
naar Tabanan afgemarcheerd.
De weg was zeer modderig en doorsneden door diepe ravijnen,
