12 doch leverde overigens geen bijzondere moeilijkheden op, zoodat ten 1 u. 30 n. m. Tabanan werd bereikt. Tot 4 u. n. m. moest gewacht worden met het betrekken van een bivak in de Poeri Kaleran daar deze door de inwoners eerst ontruimd moest worden. Nadat 2 buskruitmagazijntjes in de Poeri Agoeng geledigd waren, kon ten 6 u. n. m. gerust worden. I OctoberOm 7 u. 30 v.m. terugmarsch naar Den Pasar, welke kampoeng om 2 u. 30 werd bereikt. 8 October. Afmarsch naar Soekawati, dat om 11 u. v. m. zon der bijzonderheden werd bereikt. 9 October. Onder zware regens, welke reeds van af 4 u. v. m. vielen, werd de marsch naar Gianjar aangevangen. Na een vermoeienden marsch over zeer slechte, door den hevigen regen doorweekte wegen, en door diepe ravijnen met glibberige hellingen werd ten 10 u. 30 Gianjar bereikt. II October. Marsch met het 20ste Bataljon Infanterie naar Lebih en terug over Sioet Tlikoep Pegesangan Peteloean en Samplangan. Geen bijzonderheden. 12 October. Marsch naar de zgn. stelling van Gitgit en terug over Siangan-Patjoeng en Bebitra. 13 October. Marsch naar Sidan en Doekoeh, en terug over Tlikoep en Lebih. 15 October. Met het 18de Bataljon naar het strand (Z. W. van Toektjoekan) over Tedoeng, Pasdalem, Kramas en over Lebih terug naar Gianjar. 16 October. Met 3 Compagniën van het 18e Bataljon maakte de snelvuurbatterij zonder gevechtstrein een marsch over Be bitra, Pateman, Tjimadik naar Pengemboengananjar en terug over Tjagahan, Bedoeloe, Tegallinggah. 19 October. Met het 20ste Bataljon naar Bangli. Gemarcheerd werd over Gitgit- Boenoetin- en Belalang; bij Gitgit moest het zeer zware ravijn van de Sangsang worden doorgetrokken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 218