13 Aankomst te Bangli 11 uur. v. m. 20 October. Een sectie van de snelvuurbatterij maakte met 3 compagniën van het 18de Bataljon een marsch naar Bang- bang nabij de grens van Karang Asem. Op dezen marsch moes ten 7 ravijnen worden gepasseerd; het ravijn van de Tingkir- batoe leverde voor de draagpaarden eenige moeilijkheid op, waardoor een oponthoud van 15 minuten ontstond. Op den terugmarsch waren de dragers zeer vermoeid en kon het marschtempo van de Infanterie niet gevolgd worden. 1 u. 30 min. n. m. in het bivak terug. De andere sectie maakte met 3 compagniën van het 20ste Bataljon een marsch over Daarmoelih, Padpadon, Madangan Klo- dan Apoean en terug over Abohan en Daarmoelih. 6 ravijnen werden gepasseerd waarvan het ravijn van de T. Daah en dat van de T. Betiting door de steile en rotsach tige wanden eenige moeilijkheden gaven. 1 u. 20 min. n. m. in het bivak terug. 21 October. Een sectie met 3 compagniën Infanterie gemar cheerd naar Sekaan en terug. Met het oog op den vermoedelijk zwaren weg en den groo- ten afstand werd per 2 dragers 1 reservedrager ingedeeld terwijl 1 reserve-draagpaard voor de munitie was toegevoegd. De weg was goed; de ravijnen van de Sangsang, de Pekri- san en de Lengis waren diep, doch werden door goede wegen doorsneden. Dank zij de reservedragers heeft de batterij de Infanterie op den voet kunnen -volgen. 5 u. n. m. in het bivak terug. 22 October. Terugmarsch naar Gianjar. De marsch was voor mensch en dier zeer inspannendde weg in het ravijn van de Sangsang nabij Gitgit was door de Genie verbeterd, zoodat het doortrekken hiervan zeer gemakkelijk ging. 23 October. Te Pabean Sanoer door het personeel der houwit serbatterij een aanvang gemaakt met het inschepen van munitie- in het vivresschip „Bromo". 25—21 October. Inscheping van het materieel der houwit serbatterij in de Bromo.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 219