34 1 te Sanoer en 1 te Gianjar. 5 bevallingen kwamen voor, waarvan 4 keer een dood veulen hierdoor vielen de moeders een paar dagen uit, doch deden' daarna weer dienst. Bevangenheid en stijfheid kwamen bij 8 paarden voor. Op den rustdag, 29 September, werd een 5tal paarden tijdelijk afgescheiden wegens drukking en schaving. Medicijnen werden gevraagd maar niet verstrekt, de wonden werden met fijne roode steen, sirih of modder behandeld Van deze paarden konden na een paar dagen rust weer verscheidene dienst doen. Eerst in de rustperiode te Gianjar vóói den opmarsch naar Bangli werden medicijnen verstrekt. In de rustperiode van 4—7 October werden 21 paarden die geacht werden voorloopig geen dienst meer te kunnen doen wegens zwerende wonden en zware schavingen naar Sanoer gezonden en uit de sterkte genomen, zoodat de totale sterkte 216 paarden werd. In de periode van 15—17 October werden de paarden geme- icineerd en totaal 1 i paarden naar Sanoer teruggezonden zoodat de sterkte 199 paarden werd. Na teiugkomst op Bangli werden van deze 199 paarden 110 afgedankt, enkele hiervan waren ernstig gedrukt, waarschijnlijk als gevolg van te zware belasting. 1 paard is na afdanking-overleden en 1 paard weggeloopen. De paarden ter beschikking van de Genie voor het vervoer van imitatieleer kregen in plaats van 70 KG. een gewicht van 130 a 140 KG. te dragen. Er bleven over 88 paarden voor den tocht naar Kloengkoeng. Harnachement. De paarden waren voorzien van het complete draagtuig, zooals in N. Bali in gebruik. Het draagkussen is van arèn- vezel, in het midden het dikst 2 dM.), vóór en achter hoogei dan in het midden, en aan de onderzijde bekleed met zakken goed of ke'pangmat. Hierop komt een houten stegengestel, met losse planken ter hoogte van de ribben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 240