6
saamgetrokken en bereikte na een twee daagschen marsch Ta-
banan.
Tabanan en Sanoer bleven bezet door eene Inlandsche com
pagnie en Den Pasar door eene Enropeesche, benevens den
staf van het 11e bataljon infanterie.
Elk dezer plaatsen werd geapproviandeerd voor een maand.
De versch broodvoorziening geschiedde dagelijks van uit Sa
noer, terwijl Tabanan van versch vleesch uit Den Pasar werd
voorzien.
De slachterij te Sanoer bleef voor die plaats en voor de ma
rine intact.
Te Pabean Sanoer bleven voorts het aldaar gevestigde vivres-
magazijn, veldrustkamer, veldpostkantoor, het park van de ar
tillerie, van de genie, zoomede de algemeene trein. Het veld
hospitaal werd naar Gianjar overgebracht, en de Bromo naar
Lebih versleept, na al vorens voor 14 dagen geapproviandeerd
te zijn.
Aangezien was vernomen dat het lossen van vivres te Lebih
groote moeilijkheden zou opleveren, daar de debarkementsmid-
delen der marine daartoe niet te benutten waren en onder
gunstige omstandigheden in de vroege morgenuren slechts ge
land kon worden met vletten en djoekoengs (vlerkprauwen),
werd als voorzorg 8 dagen vivres naar Gianjar langs den land
weg opgevoerd.
Den Eden October arriveerden reeds 2 compagnieën van het 18
bataljon te Gianjar.
Den 6den October werd de krijgskas naar Gianjar overgebracht
en arriveerde de Bromo ter reede Lebih.
De vorenmedegedeelde berichten omtrent den slechten toe
stand der reede Lebih bleken juist te zijn. Het reedevervoer
ging met zoovele moeilijkheden gepaard dat besloten werd de
Bromo weder naar Sanoer terug te sleepen en het vervoer
van verplegingsbehoeften van daar over land te doen plaats
hebben.
Den 9den October arriveerde te Gianjar de troepenmacht
van Tabanan.
De observatietroepen waren den 6den t.v. van Tabanan
te Den Pasar aangekomen.