terie achtergebleven in afwachting van den bouw van een logies te Den Pasar. Die compagnie (eene Europeesche) werd voor 5 dagen van vivres voorzien, terwijl de bakkerij aldaar ten behoeve van die troepen intact bleef. De nog aanwezige voorraden van het magazijn werden deels naar Den Pasar en deels naar Sanoer vervoerd, terwijl het hospitaal-materieel in zijn geheel naar Den Pasar werd overgebracht. Inmiddels werd het 11e Bataljon Infanterie, hetwelk over de posten SanoerDen Pasar en Tdbanan verdeeld was, van het benoodigde voorzien; voorzoover vivres betreft, berekend voor de behoefte van 3 maanden van alle conserven en artikelen, welke niet aan spoedig bederf onderhevig waren en van ruim een maand van alle overige artikelen. Den 29sten October was nagenoeg al het overtollige, zoo aan materieel als aan vivres op de Brorno in geladen. In den avond van den lsten November lag het magazijnschip Bromo tot vertrek gereed. Aan het laden en lossen van goederen op de Bromo op 29, 30 en 31 October zoomede 1 November ging vooraf het evacueeren van het magazijn der Militaire Administratie te Pabean-Sanoer naar de slechts voor eene geringe troepenmacht berekende nieuwe magazijnen te Sanoer. Het laclen van het Magazijnsschiio Bromo. Bepaald was dat de Bromo onder toezicht van een officier der Militaire Administratie geheel te S'oerabaja zou worden geladen. Behalve de voorraden der Militaire Administratie (vivres voor ruim een maand, materieel naar de vermoedelijke behoefte) moesten aan boord van de Bromo worden geladen, aanmer kelijke hoeveelheden munitie voor infanterie en artillerie, ma terieel voor den geneeskundigen dienst, eene veldapotheek, een honderdtal uiteenneembare stalen veldbedden, genie-materieel, cantinevoorraden en 50 Madoereesche slachtossen, welke dieren echter niet van Soerabaia konden worden meegenomen, wegens het uitbreken van besmettelijke veeziekte. Voor iederen tak van dienst werd een bepaalde laadruimte beschikbaar gesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 258