18 Tevens werd verzocht veertien dagen vivres in gereedheid te houden. Toen echter een paar dagen na het in bezit nemen van Den Pasar de handel herleefde, werd opvolgend den Intendant te Soerabaja telegrafisch verzocht om van de artikelen, die op Bali aangeschaft konden worden, de verdere toezending te staken. Den Hoofd-Intendant werd in overweging gegeven over de te Soerabaja opgelegde vivres voor elders te beschikken. De Voeding. Het toegepaste voedingstarief (Bijlage Lr. A) bleek ook dit maal te voldoen. De voedingswijze voor Europeanen, Afrikanen en Amboineezen (Zie bijlagen Lr. B en C) is rationeel gebleken en voldeed ten volle. Omtrent de hieronder genoemde artikelen wordt het volgende aangeteekend Brandhout. Het uitstekende brandhout van Soerabaja medegevoerd, is voor de bakkerij steeds noodig geweest, voor de verwarming der ovens is het van veel nut, dat over eene brandstof van constant warmte- gevend vermogen wordt beschikt. Meerendeels vonden de troepen ter plaatse de noodige brand stof in omgevallen boornen, afbraak, klapperdoppen, bamboe of oude kisten. De eerste dagen echter werd te Sanoer voor de behoefte der menages brandhout gefourageerd. Overal leverde de brandstof-voorziening groote moeielijkheden op. Uren in den omtrek te Gianjar b.v- was niets brandbaars te vinden. De bevolking bracht het brandhout alleen op last van hare hoofden, maar bleven nog al eens nalatig in de uit voering daarvan, hoewel de prijs zelfs tot f 7 per M3. werd opgevoerd. Op den 23en October was de nood zelfs zoo hoog gestegen, dat 180 koelievrachten brandhout van Sanoer moes ten worden ontboden. Het aangekochte brandhout was van inferieure kwaliteit, menigmaal bestond een koelievracht brandhout slechts uit wat takken en wat afgevallen bloemscheeden van den klapperboom.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 263