21
Generale Stat:
één Luit.-Kolonel of Majoor van den Gen. Stat,
één Kapt. van den Gen. Staf,
de noodige milit. schrijvers;
Infanterie:
het lle bataljon,
18e
20e
Cavalerie:
één detachement ter sterkte van ongeveer één peleton;
Artillerie
één batterij van 4 kanonnen van 3.7 cM. S. v.
één batterij van 4 houwitsers van 12 cM. A.
één artilleriepark;
Genie:
drie sectiën genietroepen,
één detachement geniewerklieden,
één tegraafafdeeling,
één veldpark;
Hulpdiensten en treinen:
Het door den Comdt. van het Leger noodig geacht militair
personeel voor hulpdiensten en treinen, zoomede de daarvoor
vereischte dragers en dieren.
Civiel personeel:
één Auditeur-Militair,
één commies bij den post- en telegraafdienst.
Zeemacht:
a. De beschikbare schepen van het Nederlandsch Eskader
in Oost-Indië;
b. H. M. flottieljevaartuigen Koetei„Serdang", Mataram
en Flores
c. Het Gouvts. stoomschip „Fazant"
d. Het stoomschip Tegalof eenig ander stoomschip van
den dienst der Opiumregie.