25
1 bamboehoed, en bovendien aan de onberedenen.
1 blauw katoenen pantalon
15e. Dat alle Officieren, Onderluitenants, Adjudant-Onder
officieren en verdere mindere militairen de boven omschreven
kleedingstukken, zoomede sergen jassen en zeildoeksche rijg
schoenen tegen betaling uit 's lands voorraad kunnen ontvangen.
16e. dat het personeel voor de bediening der veldbakovens
boven hunne militaire inkomsten en materieele voordeelen een
daggeld zal genieten, hetwelk voor iederen dag, dat gewerkt
wordt, bedraagt:
voor een meesterbakker f 1,50 (een gulden vijftig cent);
voor een bakker f 1,(één gulden);
voor een Europeeschen helper f 0,50 (vijftig cent) en
voor een Inlandschen veldbakker f 0,25 (vijf en twintig cent)
17e. dat, in afwijking van het voorgeschrevene bij 41
van het Bijvoegsel tot de Instructie voor het voeren der ad
ministratie bij korpsen en garnizoenen (Staatsblad 1882 No.
154), de Officieren enz. maandelijks een gedeelte van hunne
inkomsten, op de wijze als bij die paragraaf is bedoeld, aan achter
blijvende ouders, vrouwen of kinderen mogen doen uitbetalen.
Ten tiende: Den commandant van het Leger en Chef van het
Departement van Oorlog in Nederlanclsch-Indië te machtigen
om op de troepen, welke, afgescheiden van de in artikel 3 van
dit besluit bedoelde expeditionnaire troepenmacht, naar Bali
zijn of zullen worden gezonden, voor zoover noodig het bepaalde
bij dit besluit van toepassing te verklaren.
Ten elfde, enz.
Ten twaalfde te bepalen
a. dat aan de expeditie naar Bali een veldpostkantoor zal
worden toegevoegd;
b. dat de commies der 2e klasse bij den post- en telegraaf
dienst, die met het beheer van het sub a van dit artikel be
doeld veldpostkantoor zal worden belast:
le. voor zooveel noodig zal staan onder de bevelen van den
Chef van den Staf der expeditie;
1) Bij vervanging van de jas middels procesverbaal wegens onbruikbaarheid zullen
als regel niet tevens nieuwe distinctieve teekenen noodig zijn.