4
militairen apotheker Pool de militaire apotheker 2 kJ. C. H. L.
Hegewisch werd aangewezen.
De officier van gezondheid 1 klasse J. Luining vertrok reeds
den 6en Juni met een voor Boeleleng bestemde bezettingscom
pagnie, waaraan 5 man hospitaalpersoneel en voldoend ambulance
materieel waren toegevoegd.
Genoemd officier van gezondheid zou zich later bij de expe-
ditionnaire macht aansluiten.
In den veterinairen dienst zou worden voorzien door een
europeesch korporaal veterinair.
Gedurende de maanden Juni, Juli en Augustus werd het
hospitaalpersoneel 3 a 4 maal 's weeks theoretisch en praktisch
geoefend in de werkzaamheden, die te velde konden voor
komen.
Aan materieel zou worden gerekend op een veldapotheek,
overeenkomende met die welke bij de expeditie naar Zuid Celebes
was medegenomen en waaraan zouden worden toegevoegd 100
stalen veldbedden, 10 raderbaren ,>de Mooij" en reserve tandoes.
Wat de uitrusting der Geneeskundige sectiën betreft, werd
deze door den chefarts, zich beroepende op de ervaring bij de
expeditie naar Zuid Gelebes opgedaan, sterk gereduceerd en o. a.
het grootste gedeelte der uitrustingsartikelen behoorende tot
het materieel van de militaire administratie weggelaten.
De tandoes Gwijnfe, behoorende bij de verbandgroepen zouden,
zooals dit te Atjeh gewoonte is, door de compagniescomman
danten in verantwoording worden genomen.
Door de genie zouden van uit Soerabaja 2 tenten worden
meegenomen om, waar noodig, in den beginne te dienen tot
beschutting van gewonden en zieken.
Wat de genees-en verbandmiddelen en instrumenten betreft,
zoo waren reeds op last van den chef over den geneeskundigen
dienst dezelfde aanvragen als voor de expeditie naar Zuid-Celebes
klaargemaakt en in tweemansvrachten verpakt.
De voorraad was in 3 gelijke deelen gesplitst: serie I, welke
de instrumenten en utensiliën bevatte zou onmiddellijk, serie
II eenige weken later de expeditie volgen, terwijl serie III in
reserve te Soerabaja zou opgeslagen worden.
De chefarts achtte evenwel een aanvulling noodzakelijk, waarom