23 - hanenklopbanen gebruikt, die wegens hunne ruimte en luchtig heid bijzonder voldeden. De bivakken werden opgetrokken van bamboe en ingedekt met atap en imitatieleder, zoo dit aanwezig was. De ligplaatsen werden met bladeren of alang-alang bedekt. Te Gianjar waren de bivakken van britsen voorzien. Latrines werden zooveel mogelijk op stroomend water ge plaatst of anders diepe kuilen gemaakt buiten het bivak, die 2 X daags werden afgegraven om de gedeponeerde faeces te bedekken. Het vuil werd verbrand, begraven of in de rivier geworpen. De korpscommandanten, die verantwoordelijk waren voor de reinheid van dat gedeelte van het bivak, dat hun was toegewezen, zorgden daarvoor naar behooren, al kan niet ontkend worden dat de medewerking van den kant der mindere militairen en dwangarbeiders veel te wenschen over liet. De chefarts achtte het wenschelijk bij voorkomende expedities z.g. „reinigingbrigades" opterichten, bestaande uit eenige koelies, die onder toezicht van een gegradueerde van den geneeskun digen dienst of de genie op bepaalde tijden b.v. ieder uur het bivak afpatrouilleeren om het afval, vuil enz op te ruimen. De keukens werden zooveel mogelijk buiten de omheining van het bivak geplaatst. In de poeris werden daarvoor afzonder lijke gedeelten aangewezen. Kleeding. De veldkleeding voldeed zeer goed; sergen jassen werden weinig gebruikt en dan nog voornamelijk in het bivak en in het gebergte. Zeildoeksche schoenen bleken ook hier het schoeisel bij uit nemendheid te zijn. De bamboe hoeden voldeden ook zeer. Zij werden nadat de regens waren ingevallen met olie ingesmeerd om ze duurzamer te maken. De bepakking werd door den chefarts bij vermoeiende marschen te zwaar gevonden. De veldzak belemmert min of meer de ademhaling en de lederen riemen schrijnen de voorvlakte van de borstkas. De veldzak schijnt in 't gevecht zeer hinderlijk te zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 311