5
c. een zeker aantal schoten kan worden gedaan, zonder dat narichten
noodig is, en de staart eerst na een groot aantal schoten behoeft te
worden verplaatst;
d. mogelijkheid bestaat om tijdens het vuren de zijdelingsche richting
te veranderen, zonder vermindering der vuursnelheid (strooivuur)
e. een schild tot dekking der bediening kan worden aangebracht.
2e. Verzekerd goede werking van de rem, zonder dat deze vooraf
behoeft te worden geregeld.
3e. Onafhankelijkheid van de werking van de rem van de soort van
grond of de helling van het terrein.
B. Voordeelen van de veerspooraffuiten boven de kanonterugloop-
affuitten
le. Eenvoudiger samenstelling;
2e. minder kwetsbare onderdeelen van de reminrichting
êe. het gemakkelijk scheiden van affuit en kanon
4e. de mogelijkheid om de affuit zonder reminrichting te gebruiken
als deze onbekwaam, of het gebruik daarvan door de gesteldheid van het
terrein niet gewenseht is.
Voor de bergaffuit van het kanonterugloopsysteem moet daaraan nog
Wórden toegevoegd, dat deze door zijn groote lengte betrekkelijk spoedig
moet worden ingegraven als met eenige elevatie moet worden gevuurd,
en dat deze ingraving bij groote elevatiën vrij omvangrijk wordt.
Voor een snelvuurkanon in den eigenlijken zin van het woord is de
veerspooraffuit ver in het nadeel bij de kanonterugloopaffuitzij laat
geen voldoende vuursnelheid toe. Niettegenstaande de kwetsbaarheid
van de reminrichting bij laatstbedoelde affuitsoort moet daaraan toch de
voorkeur worden gegeven, ook omdat met een kleiner aantal stukken
per minuut een aanmerkelijk grooter aantal schoten kan worden afgegeven.
De vuursnelheid bedraagt bij voltallige bediening:1) bij de kanonnen
op veerspooraffuit 6 schoten per minuut;
bij de kanonnen op kanonterugloopaffuiten bij granaatkarletsvuur 10
schoten per minuut en bij granaatvuur 20 schoten per minuut.
Het tempeeren der buizen is oorzaak, dat bij granaatkartetsvuur bij de
kanonnen op kanonterugloopaffuit niet de maximum-vuursnelheid kan
worden bereikt.
1) Onder voltallige bediening wordt verstaan:
1 Onderofficier of korporaal als stukscommandant, tevens belast met het tempeeren der
buizen en
voor 7 cif. L/28 V. S. 5
7 L/28 K. T. 6;
7 L/14 V. S. 6 en
7 L/14 E. T. 7 manschappen.