k.a 17c r 30 T- - H
14
Het vervoer kan dan verder plaats hebben:
le met de wieg en het kanon op de affuit;
2e met de wieg op de affuit en het kanon opgeladen
3e met de leege affuit en met de wieg en het kanon opgeladen.
Moet men, aangespannen marcheerende, onverwachts in stellino-
komen, dan geeft het afladen van het achterstuk en hel
verbinden daarvan aan het voorstuk nagenoeg geen op-
onthoud. Verwacht men elk oogenblik in stelling te moeten komen of
wordt eerst eene voorbereidende stelling ingenomenvan waaruit met dieren
tn batterij gekomen wordt, dan wordt het achterstuk aan de vooraffuit
verbonden. Alsdan wordt de druk in de draagringen 5 K.G. grooter
dan bij het veerspoormaterieel, hetgeen van weinig of geen invloed is
erwijl verder het stuk alsdan door meerdere lengte wel minder handel-'
baar is in geaccidenteerd terrein, doch toch nog voldoende beweeg-
Dcicir.
De vergelijkende beproeving van het getrokken vervoer van het K T
(met opgeladen achterstuk), Y. S. en 7 c.M. K. A. materieel had plaats'
in het meest afwisselende terrein, waarbij, om tot eene goede onderlinge
vergelijking te komen, het getrokken vervoer dikwijls nog toegepast
werd daar, waar gedragen vervoer aangewezen was; alleen toch door de
grens van mogelijkheid van getrokken vervoer te naderen, zou het onder-
ïng verschil, dat toch nooit groot kon zijn, aan den dag treden
De uitslag dezer proeven, voor zoover het getrokken
vervoer betreft, is, dat in niet doorweekt terrein de be
weegbaarheid van het K. T. stuk met en zonder kanon ge-
lijk is aan die der in vergelijking genomen kanonnen, dat
m flink doorweekt terrein deze beweegbaarheid in geringe mate minder is
en dat bij het maken van korte wendingen, waarbij het stuk met handen
vierkant verzet moet worden - zooals dit in kampongs b. v
voorkomt- de meerdere zwaarte merkbaar is, doch van geen invloed
op de beweegbaarheid, daar er voldoende bedieningsmanschappen zijn
en voor dat omzetten dus door één of twee man meer gewerkt kan
worden.
Dat iQ d°™kt terrein het K. T. stuk eenigszins minder beweegbaar
is, is vermoedelijk te wijten aan het dieper inzinken door het meerdere
gewicht, maar ook voor een groot deel aan de kleinere raden (mid-
Wat de stabiliteit betreft is het K. T. stuk merkbaar in het voordeel,
als natuurlijk gevolg van de lagere ligging van het zwaartepunt, de kleinere
raden en de grootere spoorbreedte.
