19 zich niet meer behoefde te beperken tot een kaliber van 7 c.M., weshalve in overweging werd gegeven geschut aan te schaffen van geheel het zelfde type als het uitgezonden proefgeschut, maar van een kaliber van 7,5 c.M. Overeenkomstig die voorstellen, waarmede legerbestuur en Indische regeering zich geheel vereenigden, werden door den fabrikant teekeningen en prijsopgave aangeboden van het verlangde materieel, die ter goed keuring naar Indië werden gezonden, waarna de definitieve aanvrage ont vangen werd. Zoowel de Legercommandant als de Gouverneur-Generaal drongen bij de aanbieding van die aanvragen in het bijzonder aan op spoedige uitzending van het nieuwe geschut. De rapporten over de vergelijkende beproeving van het uitgezonden geschut kunnen op dit oogenblik niet worden gemist; bovendien zou de overlegging daarvan naar de meening van den ondergeteekende geen doel treffen, omdat die rapporten alleen van waarde zijn te achten voor hen, die geheel op de hoogte zijn van het in Indië beproefde materieel. Ter tegemoet koming aan den wensch der leden, die overlegging van die rapporten vroe gen, heeft de ondergeteekende echter een tabel doen samenstellen, die hierbij wordt overgelegd om ter griffie te worden gedeponeerd, waarin de voor naamste gegevens van ballistischen cn technischen aard zijn opgenomen. Daar het door de Indische regeering verlangde kanon-type behoort tot het fabrikaat van Krupp en het in Indië aanwezige artillerie-perso neel geheel vertrouwd is met het Kruppsche systeem, zal ook aan die firma de levering van het nieuwe materieel worden opgedragen. In aanmerking nemende, dat het thans gebruikte veld-en berggeschut dateert van 1879 en dat sinds dien tijd de techniek een verbazende vlucht heeft genomen, behoeft het inderdaad geen nader betoog, dat dat geschut zeer verouderd is, ook voor den strijd tegen Inlandsche vijanden, daar de vuuruitwerking in verband met de zeer geringe vuursnelheid niet tot haar recht komt. De vraag of het niet billijk is de kosten van aanschaffing van het nieuwe geschut geheel of ten deele ten laste van .Nederland te brengen, meent de ondergeteekende ontkennend te moeten beantwoorden, te meer daar het nieuwe geschut het oude geheel zal vervangen en dus ook dienst zal moeten doen tegen inlandsche vijanden." In de beraadslagingen der volksvertegenwoordiging het volgende. Tweede Kamek 23e Vergadering 13 November 1908. Begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1909. Tegenwoordig, met den Voorzitter, 72 leden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 339