33
24ste Vergadering, ]6 November 1908. Tegenwoordig, met den Voor
zitter, 76 leden.
Beraadslaging over onderafd. 65, luidende:
„Materieel, f 3.518.000".
waarop door den heer Thomson een amendement is voorgesteld, strek
kende om de onderafdeeling te verminderen met f 470.000.
De heer Thomson ontvangt het woord tot toelichting van het amen
dement en zegt: Mijnheer de Voorzitter, het gaat er om het ongerecht
vaardigde Krupp-monopolie waarvan de Minister het bestaan heeft
toegegevenom de beweerde superioriteit van het stelsel aan te
tasten. Het gaat om een aanzienlijk bedrag, dat op blind vertrouwen
aan die firma zal worden toegeworpen, zonder dat gegevens ter vergelij
king aanwezig zijn.
Ik zal achtereenvolgens zoo beknopt mogelijk een drietal stellingen
toelichten. In de eerste plaatsHet aangevraagde geschut is niet ver
gelijkend beproefd, ja in het geheel niet beproefd.
In de tweede plaats: Het is niet hetzelfde, waarvoor tot beproeving
in 1901 in een vroegere Kamer, die sedert tweemaal is vernieuwd, geld
werd toegestaan.
In de derde plaats: Het gemis van gegevens wordt niet opgewogen
door den naam van Krupp. Immers, de eenzijdige lof van den Minister
van Koloniën is tegen een ernstige critiek niet bestand.
Wat het eerste en het tweede punt betreft, kan ik zeer kort zijn,
omdat die punten reeds door den Minister, ten deele althans, zijn toe
gegeven.
Van berggeschut is bij het aanvragen van geld voor de beproeving
in het geheel geen quaestie geweest. Verder is geld toegestaan voor de
beproeving van een 7 cM. veerspooraffuit. Eerst later is een kanon
met terugloopaffuit uitgezonden.
Het kaliber is 7J cM. geworden in plaats van 7 cM.; geen andere
firma heeft kunnen concurreeren.
Nu heeft de Minister zich vooral van die kaliber-quaestie heel gemak
kelijk afgemaakt. Dat kan men ook doen als men het woord voert in
een vergadering, die als deze is samengesteld. Maar ik kan er op wijzen
dat bijv. alleen de firma Krupp vuurmonden vervaardigt met kaliber
van 70, 73, 75 en 76, 2 m.M. Men kan zonder deskundige te zijn begrijpen,
dat die verschillende kalibers moeten voeren tot afwijkende eigenschappen,
immers daaraan ontleenen zij hun recht van bestaan. Wij weten daaren
boven, dat toen in 1901 quaestie was van uitzending en beproeving van