55 De heer Thomsox Die hadden het vóór 1904 al. De heer Idenburo, Minister van Koloniën: De geachte afgevaardigde heeft beweerd: die landen gaan ook niet naar Krupp. Mij dunkt, dat het natuurlijke antwoord is: zij maken het zelf. Nu heb ik een lijst van die landen die wel bij Krupp gaan. In 1904 waren de meeste Staten al klaar met hun bewapening. Ik spreek niet tegen, dat er Staten zijn die de voorkeur geven aan Schneider-geschut, maar niet zoo, dat Schneider de meerderheid heeft of eenigermate Krupp zou ter zijde streven. Ik heb hier een lijstje van de Staten, die hun bereden artillerie met materiaal van Krupp hebben bewapend. Het zijn België, Brazilië, China, Denemarken, Duitschland, Guatemala, Italië, Japan, Paraguay, Rumenië, Zwitserland, Turkije, Zweden, Nederland en Siam. Deze lijst heb ik uit LöbelVs Jahresberichte über das Heer- und Kriegswesen en ik raadpleegde juist dat werk, omdat van veel vakschriften gezegd wordt, dat zij pro of contra zijn en geïnteresseerd bij de een of andere fabriek, de een bij Krupp, de andere bij Schneider, een andere weder bij Cockeril, enz. Van de von LöbelVs Jahresberichte heb ik dit nooit gehoord deze hebben in militaire kringen een zeer goeden naam. Daarom hoop ik, dat het lijstje compleet zal zijn. Nu zijn er enkele landen en deze moet ik even ter sprake brengen welke de geachte afgevaardigde heeft genoemd in misschien minder juist verband. Hij heeft een stuk uit Le Temps voorgelezen ik heb hem dadelijk gezegd, dat ik dat nummer ook had en heeft uit dat stuk de conclusie getrokken, dat de ervaring, welke Italië had opgedaan als laatste groote land dat zich tot Krupp heeft gewend was, dat dit geschut eigenlijk weinig waarde had en tot groote onaangenaamheden in de binnenlandsche politiek had geleid. Wat is er in Italië gebeurd? Daar zijn klemmingen voorgekomen van het projectiel in het Krupp-geschut, die echter hieraan te wijten waren, dat het Italiaansche kruit een buitengewoon hooge temperatuur ontwikkelt, zoodat de geleiband van het projectiel in de ziel afsmolt en het koper zich tegen den zielwand vastzette, terwijl ook het Italiaansch vernis, waarmede de projectielen waren bestreken, veel residu in het kanon achterliet. Op advies van Krupp is toen Duitsch kruit genomen en het vernissen nagelaten en de zaak was in orde; het lag dus niet aan het materieel, doch aan het kruit. Men heeft verder twee landen genoemd niet ik, maar anderen en er mij eenigszins een verwijt van gemaakt, dat ik gesproken had over,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 375