67 - op dit oogenblik in handen van de officieren, die belast zijn met de voorbereiding der aanschaffing van het nieuwe materieel, weshalve het zooa's de ondergeteekende de eer had mede te deelen in de Memorie van Antwoord op het Yoorloopig Verslag der Tweede Kamer niet kan worden gemist. De ondergeteekende veroorlooft zich echter onder de aandacht van de Kamer te brengen, dat de zakelijke inhoud van dat rapport is opgenomen in de extra-bijlage No. 16 van het Indisch Militair Tijdschrift van het jaar 1906. De ondergeteekende beaamt ten volle dat het wenscheljjk is bij de aanschaffing van geschut tegen eenzijdigheid te waken. Intusschen meent hij er op te moeten wijzen, dat geen concurrentie zou kunnen worden uitgelokt bij wijze van openbare inschrijving, omdat nu eenmaal het artillerie-materieel geen courant artikel is. Uit dien hoofde kan dan ook van een marktprijs van geschut bezwaarlijk sprake zijn. Het geldt hier de keuze van een stelsel, waarvan de onderdeelen, die de voornaamste organen van het stelsel uitmaken, alle gepatenteerd zijn, zoodat zij slechts door één fabriek zijn te leveren, namelijk die fabriek, welke de paten ten bezit. Dit alles belet intusschen niet, dat het voor de Kegeering toch moge lijk blijft redelijke prijzen te bedingen, doch de onderhandelingen daar omtrent vorderen een beleid, waarbij zoowel technische als commercieele overwegingen een rol spelen, en dat zich daarom niet goed voor openbare behandeling leent. Vermits de ondergeteekende zich in de Tweede Kamer verplicht zag om krachtig voor het stelsel-Krupp op te komen en daardoor wellicht den schijn op zich laadde van zekere bevooroordeeldheid, heeft hij gaarne de in het Voorloopig Verslag bedoelde toezegging aan den heer Verhey gedaan. De opmerking, dat er een verschil bestaat van een ton gouds in den prijs van één batterij berust op een misverstand, zooals de ondergetee kende reeds de eer had uiteen te zetten in de vergadering van de Tweede Kamer van 16 November 1908. Ter voldoening aan het in het Voorloopig Verslag gedaan verzoek wordt ter griffie van de Kamer uitsluitend ter inzage van de leden neder- gelegd eene opgaaf van het materieel dat zal worden aangeschaft. De ondergeteekende meent er de aandacht op te moeten vestigen, dat eenige opdracht tot leverantie vooralsnog niet is gegeven. enz- De Minister van Koloniën (w.g.) Idenbukg. De Commissie van Bapporieurs heeft gemeend met de mededeeling van dit antwoord aan de vergadering het Eindverslag te kunnen sluiten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 387