76 -
aan die commissie de vraag gesteld is, of datgene wat het Indische Leger
bestuur als zijn verlangen heeft te kennen gegeven, bij Krupp bestellende,
inderdaad zoude worden verkregen het beste wat op dit oogenblik op dit
gebied te verkrijgen is.
Het antwoord van de commissie werd nog niet ontvangen. Luidt dit
neendan is de zaak uit. Is het niet zoo, dan zal zij door den Min. van
Kol. in de gelegenheid gesteld worden, om ook dat te gaan zien, wat zij
zien wil.
Hieruit blijkt ten duidelijkste dat tot dien der Indische Commissie nog
geen vrijheid van handelen gegeven en zij uitsluitend op Krupp aange
wezen was.
Zonder nu op de zaak vooruit te loopen wordt gehoopt, dat de commissie
op de haar gestelde vraag ten antwoord zal geven, dat het haar niet s
mogelijk is, noch in bevestigenden, noch in ontkennenden zin een antwoord
te geven, als zij nog geen kennis heeft gemaakt met het materieel ook.
van andere goede firma's.
Ook mag dit antwoord niet gebaeeerd zijn op eene theoretische beoor-
deeling, afgaande op teekeningen, toelichtingen en prijsopgaven hoewel
deze beoordeeling wel reeds eene schifting mogelijk maakt doch moet
berusten op praktische vergelijkende proeven, waardoor alléén waarlijk het
beste verkregen kan worden en teleurstellingen in de toekomst als in
Italië en bijkans in Zwitserlandvoorkomen worden.
Was Krupp voorbereid, kende deze firma alle eischen, grootendeels
gebaseerd op haar eigen materieel, reeds lang te voor, ook den anderen
firma's moet tijd gelaten worden om van die eischen kennis te nemen,
ze te bestudeeren, er aan tegemoet te komen om met het ter beproeving
aangeboden materieel er rekening mede te kunnen houden.
Nu „vrije" mededinging niet schijnt uitgesloten wordt de aandacht
gevestigd op de voorstellen van den kapitein Gooszen, betreffende eene
verwapening der bereden artillerie van ons Leger, voorkomende in de
jaargangen 1901 1907 van het Ind. Mil. Tijdschr. De denkbeelden van
den Heer G. werden bij de Skodawerke te Pilsen belichaamd in een proef-
kauon. Volgens het artikel: „Eenige gegevens over een proefkanon,
geconstrueerd naar het ontwerp van den kapitein der Infanterie A. J.
Gooszen, I. M. T. 1907, II blz. 940, waarin dit geschut vergeleken wordt
met andere ingevoerde of ontworpen gedragen geschutsoorten, bleek volgens
den schrijver: „de superioriteit van het proefkanon Gooszen nader.
Volgens den Heer G. kunnen aan dat proefkanon, dat door Skoda ge
construeerd werd volgens zijn project, voorkomende in het I. M. T. 1904, II,
blz. 1181 en 1905,1, blz. 4, en gebaseerd op de gegevens betrekkelijk het naar