29 Een treinafdeeling bezit dus feitelijk in eigen boezem zooveel1 weerstandsvermogen, dat de dekking betrekkelijk weinig sterk behoeft te zijn. Een colonne dragers daarentegen is als vol komen weerloos te beschouwen. Met dit voordeel is evenwel slechts een enkele keer rekening gehouden. VII. Het niet afhankelijk zijn van vraag en aanbod. Bij groote vraag en weinig aanbod kunnen de koelies fancyprijzen vragen. B. Be voordeelen van het gebruik van treinpaarclen boven het gebruik van ingehuurde paarden. I. Be zekerheid van de beschikking over de paarden op een bepaald oogenblik. Daar de oorlogshandelingen het dikwijls noodzakelijk maken om op een gegeven oogenblik zoo spoedig mogelijk een colonne uit te zenden, is het van het hoogste belang, dat zonder uitstel de- noodige draagkrachten aanwezig zijn. Het is bij herhaling ge bleken, dat juist op zulke oogenblikken geen of niet voldoende paarden geleverd kunnen worden. Vooral zal dat het geval zijn,, als over een eenigszins groot aantal beschikt moet kunnen worden. Als er gelegenheid is de paarden tijdig in te huren, zal waar., schijnlijk een voldoende aantal geleverd kunnen worden, maar juist de tijd daartoe zal veelal ontbreken. Het is zelfs voor gekomen, dat een gering aantal paarden niet behoorlijk op tijd geleverd kon worden. II. Het grooter draagvermogen. Werden de treinpaarden voor zooveel mogelijk en noodig met 60 K.G. bevracht en hiervan hoofdzakelijk alleen dan afgeweken, wanneer de te vervoeren hoeveelheden in verband met het aantal beschikbare paarden zulks mogelijk maakten, op de ingehuurde paarden kon als regel niet meer dan 40 K.G. geladen worden. Wel worden de paarden door de Bonieren voor eigen gebruik zwaarder belast,, doch dan wordt ook op een geheel andere wijze gemarcheerd als bij een militaire colonne. In het eerste geval wordt zoo vlug gemarcheerd en zooveel gerust als hun goed dunkt, in het ander geval wordt een en ander geheel door de colonne geregeld. Hiermede moet dan ook

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 41