31
volgen, ondervonden de ingehuurde paarden reeds moeilijk
heden.
Y. Het inwendig weerstandsvermogen bij een eventueels overvalling
Hieromtrent geldt hetzelfde als onder punt A. sub. VI. vermeld.
Ook een colonne van ingehuurde paarden is volkomen weerloos.
Het is zeker niet te gewaagd om te veronderstellen, dat bij
een aanval op een colonne van ingehuurde paarden, ja zelfs wan
neer bekend is, dat zich vijanden in de door te trekken streek
ophouden, niet op de geleiders gerekend kan worden, doch dat
deze het lijf door de vlucht zullen trachten te redden dan wel
reeds van te voren zich aan den dienst zullen onttrekken.
YI. Het niet afhankelijk zijn van vraag en aanbod. (Zie hier
boven onder A. VII).
Tegenover bovenstaande voordeelen, verbonden aan het ge
bruik van treinpaarden, staan de ondervolgende nadeelen:
C. Bij vergelijking van treinpaarden met dragers:
I. Geen werkkrachten in de bivaks.
De bij een colonne ingedeelde dragers (hierbij wordt meer in
het bijzonder gedacht aan dwangarbeiders) kunnen bij aankomst
in een bivak behulpzaam zijn bij de inrichting daarvan.
Bij gebruikmaking van treinpaarden worden deze krachten
gemist. Vooral in de meer vaste bivaks deed zich het gemis
van die werkkrachten gevoelen. Hier staat evenwel tegenover,
dat dragers in een bivak het aantal weerlooze personen, die
derhave bescherming behoeven, aanmerkelijk doen stijgen.
Het personeel van den trein zorgt in het bivak voor zich zelf,
ook wat directe beveiliging betreft (zie ook punt A. sub. VI.) en
verricht zoonoodig mede wachtdienst.
II. Meerdere bivakruimte.
Daar voor het opstellen der paarden een meer dan evenredig
grootere ruimte noodig is dan voor het onderdak brengen van
menschen, zal een bivak bij aanwezigheid van paarden steeds
meerdere uitgebreidheid moeten hebben.
Vooral is dit het geval in bivaks voor een enkele nacht,
waarin uit den aard der zaak de opstelling zoo primitief moge
lijk is en dan ook geen afscheiding tusschen de paarden ge
maakt kan worden.