38 De geniegoederen werden in het voorschip, de vivres en het materieel der Mil. Administratie, van den Geneesk. dienst en voor het Roode Kruis in het middenschip, de overige goederen in het achterschip geladen, terwijl voor een 20-tal karren van den trein eene plaats op het bovendek werd ingeruimd. Door de zorg van de Genie werd een uiteenneembare veldbako- ven systeem GenesteHerscher en Somasco boven op de kombuis bevestigd. Nadat de „Bromo" haar lading had ingenomen en het daarop ingedeelde personeel der Militaire Administratie, Artillerie, van den Geneeskundigen dienst en der Genie, zoomede een zestal bakkers waren ingescheept, werd het schip door een daartoe ingehuurden paketvaartstoomer naar Soerabaja op sleep genomen. Na aldaar te zijn bijgeladen en o. m. een 100 tal slachtossen te hebben ingenomen, vervolgde de „Bromo", thans gesleept door den, voor den overvoer van troepen, ingehuurden paket vaartstoomer „Coen" haar reis ter bereiking harer bestemming, n.l. de Golf van Boni, alwaar zij voor Badjoa voor anker werd gelegd. De verzorging van het slachtvee gedurende de reis, was op gedragen aan 4 veedrijvers, die te Soerabaja waren ingehuurd, tegen een dagelijksch loon van f 0.50 en voeding van landswege. Daar bepaald was geworden, dat het Dep. van Marine het superintendentschap van de „Bromo" in handen zou houden, werd aan boord van dit schip een bootsman gedetacheerd, wien de nautische leiding werd toevertrouwd. In de aan den beheerder van de „Bromo" uitgereikte instructie werd op deze omstandigheid de nadruk gelegd. Zooals in bijlage I is aangegeven, verlieten de van de Paket- vaart Maatschappij ingehuurde stoomers met de expeditionnaire troepen aan boord de verschillende havens van Java met be stemming Badjoa. De „Van Riemsdijk" deed op haar reis Ma kasser en Kampong Kassi aan tot opneming van restp. 65 dwangarbeiders en 225 vrije lieden, afkomstig van het land schap Binamoe, welke laatsten als koelies bij den algemeenen trein zouden worden ingedeeld. In den namiddag van den 18en Juli was de geheele expedi tionnaire macht voor Badjoa vereenigd, en beschikte de Intendant

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 50