39
der expeditie op dat oogenblik 'over de navolgende hoeveelheden
vivres, fourages, enz.
Ie. ruim 30 dagen vivres en fourages benevens 8 dagen nood-
rations voor de geheele troepenmacht en 100 slachtossen aan
boord der „Bromo".
2e. 3 dagen vivres en fourages eveneens voor de geheele
troepenmacht op de „Van Riemsdijk" en verder 1 dag nood-
rations voor de aan boord van eiken paketvaartstoomer inge-
scheepten. Verder bevonden zich op de „Bromo" groote voor
raden kleeding, verdere uitrustingstukken en materialen, waar
onder een compleete uitrusting voor een veldhospitaal.
Het door de troepen medegenomen oud-keukengereedschap,
werd nog op den avond van denzelfden dag ingeleverd aan
boord van de „Bromo" en vervangen door nesten van nieuw-model
veldkookgereedschap, vervaardigd van aluminium of staalblik.
In den ochtend van den 20en Juli werd nadat een on
bevredigend antwoord op het, den Vorst van Boni, gestelde
ultimatum was ingekomen zonder eenigen tegenstand te
ondervinden, door een gedeelte der troepenmacht te Patiroe
geland.
De landingstroepen voerden, gedragen bij den man, één dag
noodrations mede, terwijl op last van den Bevelhebber nog den
zelfden dag een tweede nocdration aan wal werd gebracht.
Na het debarkement werden op den 20en Juli de ss. „van
den Bosch" en „van Riebeeck", op den 21en Juli de „van
Imhoff" en de „Coen" ter beschikking van de Paketvaart-
Maatschappij gesteld.
Op 22 Juli werd bericht ontvangen, dat de troepen na ver-
geefsche pogingen om door de bako bako te dringen naar Patiroe
terugkeerden.
Daar er in het strandbivak slechts weinig water te bekomen
was, zag de Intendant der expeditie, niettegenstaande de
troepencommandant om 2 dagen vivres verzocht, er van af om
de keukens aan wal te brengen en werden in plaats van vivres,
2 dagen noodrations per „van Outshoorn" van Badjoa naar
Patiroe overgevoerd.
Op last van den Bevelhebber werden op den 23en Juli alle, door
de landingstroepen op de schepen achtergelaten goederen aan