41 -
terwijl de hoofdmacht naar Watampone oprukte, in verband
waarmede bevel werd ontvangen 2 dagen vivres derwaarts op
te voeren.
In den namiddag van 80 Juli werd met den trein afgemar
cheerd en na een marsch van twee uur Watampone bereikt.
Hier werden ten spoedigste aanzienlijke voorraden vivres op
gelegd, die geregeld werden aangevuld, zoodat steeds voldoende
voorraad kon worden medegegeven aan de in de eerstvolgende
dagen uitrukkende colonnes naar PasempaPonreBoelo e. a.,
terwijl tevens het noodige materieel werd opgevoerd, tot inrich
ting van een veldhospitaal.
Een verkenning der Tjenranarivier en hare monding toonde
aan, dat deze waterweg zich uitstekend leende tot het daarlangs
opvoeren van vivres en materialen, waarom de noodige maatre
gelen getroffen werden, den geregelden opvoer daarlangs te vei -
zekeren.
Zoo werd dus op den 20en Augustus door den paketvaartstoomer
„van Diemen" ingehuurd voor het onderhouden van de com
municatie met Soerabaja de „Bromo" naar de Tjenrana-monding
versleept, om van uit dit schip de vivres enz. te laden in de
van de bevolking ingehuurde 200 en 300 picols metende zeil-
vaartuigen, welke deels zeilende, deels gesleept door het poli
tie- en communicatievaartuig „Tjantik II" en een gewapende
stoomsloep der Marine de rivier opvoeren.
Thans was Pampenoea het hoofdbivak geworden en werden
aldaar aanzienlijke voorraden vivres enz. opgestapeld, en tevens
tot de oprichting van een veldhospitaal overgegaan.
Te Watamponedat voor een gedeelte van de expeditionnaire
troepenmacht werd vastgehouden, waren bij het vertrek van
de hoofdcolonne naar Pampenoea twee maanden vivres enz.
achtergelaten, terwijl aldaar een veldbakoven was geplaatst,
zoodat den achterblijvenden dagelijk versch brood kon worden
verstrekt.
Door de oprichting te Pampenoea van een veldbakkerij kwam
den 28en Augustus een einde aan het bakken van brood aan
boord van het vivresschip Bromo.
Den 25en Augustus verliet met bestemming Wadjo eene
colonne het bivak, medenemende 4 dagen vivres, geladen op de