dienden te worden betrokken van het mede aldaar ageerende
6e Bataljon Infanterie.
De sedert verkregen resultaten waren dermate gunstig, dat
thans kon worden overgegaan tot het naar Makasser dirigeeren
van een troepenmacht bestaande uit het 9e Bat., 1 pel. ca
valerie, 1 sectie genietroepen, de artillerie en 1 comp. trein
ten einde bij niet inwilliging van de den Radja van Goa door
het Gouvernement te stellen eischen zich tegen dat rijkje
te keeren.
Terwijl inmiddels Watampone, Pampanoea en Paloppo van
3 maanden vivres werden voorzien, vertrok den Ten October
een gedeelte van die colonne over Tjamba naar Makasser en
scheepte zich het overige gedeelte op dusdanigen datum in aan
boord van de daarvoor aangewezen oorlogs- en gouvernements
vaartuigen, dat het geheel den 17 October te Makasser was
aangekomen.
In Boni bleven voorloopig achter 1 Eur. en Inl. compagnie
van het 19e Bat. te Watampone en 2 Inl. compagnieën van het
zelfde Bat., 1 detachement genietroepen en 1 compagnie trein
te Pampenoeci.
De Intendant verliet den 9en October het bivak Pampenoea
om zich per Gouvernementstoomer „Argus" naar Makasser te
begeven ten einde daar de nog noodig blijkende verplegings-
maatregelen te treffen, regelde ter reede Tjenrana de terug
zending naar Soerabaja van de „Bromo", stelde het ingehuurde
stoomschip „van Diemen" ter beschikking van de Paketvaart
Maatschappij en verzond per Gouvernementstoomers „Kwartel"
en „Argus" vivres, veldkleeding en verder materiaal naar Ma
kasser
Te Makasser werden nu de noodige vivres voor de in Goa
ageerende troepenmacht bijeengebracht.
In den ochtend van den 19en October werd Goa binnengerukt
de colonne bestond uit:
3 compagnieën van het 9e Bataljon Infanterie.
1 compagnie van het 8e Bataljon Infanterie.
2 pelotons Cavalerie.
de Artillerie en Genietroepen zoomede eene compagnie trein,
welke 4 dagen vivres medevoerde.