65 wenscht te voldoen aan de door den Bevelhebber der expeditie alsdan namens het Gouvernement van Nederlandsch-Indië te stellen nieuwe eischen, ook dat bestuur door kracht van wapenen daartoe te noodzaken. G. dat de vorenbedoelde expeditionnaire macht, zoo noodig ook tegen andere tegen het Gouvernement zich verzettende zelfbesturende landschappen in het Gouvernement Celebes en Onderhoorigheden zal oprukken, met het doel om, wanneer die landschappen niet ten volle wenschen te voldoen aan de door den Bevelhebber der expeditie namens het Gouvernement van Nederlandsch-Indië te stellen eischen, ook die Zelfbesturen door kracht van wapenen daartoe te noodzaken. Ten derde. Te benoemen tot: cl Bevelhebber der in het vorig artikel bedoelde expeditie den kolonel der Infanterie C. A. van Loenen b. Tweeden bevelhebber, op wien in geval van verhindering om het bevel te blijven voeren of ontstentenis van den bevel hebber het bevel overgaat den kolonel der Cavalerie Jbr. L. D. C. de Lannoij. Ten vierde: enz. Ten vijfde: enz. Ten zesde. Te bepalen: le. dat de in artikel 2 bedoelde expeditionnaire macht zal zijn samengesteld als volgt Commando een Kolonel, Bevelhebber der expeditie, een Kolonel, Tweede Bevelhebber der expeditie; Generale Staf: een Luitenant-Kolonel of Majoor van den Generalen Staf, een kapitein van den Generalen Staf, een kapitein- of luitenant-adjunct voor den staf, tevens adjudant van den Bevelhebber, de noodige militaire schrijvers; Infanterie het 9e bataljon, het 19e bataljon, Bijl. 190S. 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 77