69 aan den Commandant van den trein f 8.— (acht galden), aan den Chef der veldrustkamer 6.— (zes gulden); 11e. dat de militairen beneden den graad van adjudant onderofficier, de dwangarbeiders, zoomede de vrije koelies, gidsen enz. voor zoover deze laatsten niet in eigen voeding behooren te voorzien, in afwijking van het bepaalde bij het militair tarief No. 20 (Staatsblad 1890 No. 100) van Landswege worden gevoed overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd voedingstarief; 12e. dat aan officieren, onderluitenants en adjudant-onder officieren, zoomede aan civiele ambtenaren en beambten wordt vergund tegen betaling levensmiddelen uit 's Lands voorraad te ontvangen, met dien verstande dat van rooden wijn dagelijks in totaal hoogstens zoodanige hoeveelheden zullen worden be schikbaar gesteld als noodig zijn om per hoofd één flesch te kunnen verstrekken; 13e. dat aan de achtergelaten vrouwen en kinderen van de militairen beneden den graad van adjudant-onderofficier voor zooveel de Europeesche onderofficieren beneden dien graad betreft, echter alleen aan de niet wettige of gewettigde kinderen, rijst en zout zal worden verstrekt op den voet van het bepaalde bij afdeeling D van het militair tarief No. 20. (Staatsblad 1890 No. 100); 14e. dat de aan de troepenmacht toe te voegen dwangar beiders onder militair beheer en toezicht zullen staan; dat aan hen, voor hun vertrek, door de zorg van het De partement van Justitie en door tusschenkomst van het Civiel Bestuur, zullen worden medegegeven een tweede stel kleeding, bestaande uit: 1 hoofddoek, 1 baadje, 1 broek en 1 sarong; dat op hen, gedurende den tijd, welken zij onder militair beheer doorbrengen van toepassing zal zijn het bepaalde bij 3 van het militair tarief No. 24 (Staatsblad 1898 No. 221) en dat zij instede van sirihgeld zullen ontvangen: de mandoers f 0.10 (tien cent) en de dwangarbeiders f 0.025 (twee en een halven cent) per man en per dag;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1909 | | pagina 81